1
Open alle circulair verlopende klittenbandsluitingen en neem de afdekking aan de voorkant af. Om
het daaropvolgende aanleggen te vereenvoudigen, wordt aanbevolen de klittenbandsluitingen naar
beneden om te draaien om het instappen in de orthese te vergemakkelijken.
2
Open de polstervoering en leg de voet en het onderbeen in de Walker. Let erop dat de hiel goed in
de Walker zit. De hiel moet helemaal naar achteren, goed in de hielschaal, gepositioneerd zijn. Sluit
nu de polstervoering weer met het klittenband bij de voet en het onderbeen, en let er daarbij op dat er
geen plooien ontstaan.
Opmerking voor de orthopedisch instrumentmaker:
Instelling van de lengte van de voet:
Indien nodig kan de lengte van de voet worden aangepast door de teenbeugel te verstellen op de
kenmerken van de patiënt.
Hiervoor pakt u de teenbeugel en ontgrendelt u deze door hem iets omhoog te trekken. Stel de beugel nu
af en vergrendel hem weer door hem in de gewenste positie iets naar beneden te drukken.
3
Breng nu de grijze afdekking aan de voorkant aan door deze weer midden op de polstervoering
te plakken. Het ventiel aan de bovenkant moet goed toegankelijk zijn. Als het ventiel niet goed
toegankelijk is, trekt u de voering in de richting van de knie (naar boven). Voor een optimale werking van
de X-Walker moet de afdekking aan de voorkant van de voet en het onderbeen tussen de polstervoering
en de ortheseschaal worden gepositioneerd zodat de twee ortheseschalen elkaar overlappen.
Sluit de vier circulaire klittenbandsluitingen in onderstaande volgorde.
1. Begin met de sluiting over de enkel.
2. Sluit de sluiting op het onderbeen bij de knie.
3. Sluit de band op de middenvoet bij de tenen.
Trek deze indien nodig nogmaals aan.
4 + 5
Verwijder de dop van het ventiel en schroef de bijgeleverde vacuümpomp op het
ventiel. Let erop dat pomp handvast zit. Om de lucht uit de voering te zuigen en
een vacuüm tot stand te brengen, pompt u nu enkele malen tot de pomp niet meer terugspringt. Haal de
pomp van het ventiel en breng de dop weer aan op het ventiel. U moet nu een egale stabilisatie rond het
onderbeen en de voet voelen. Indien nodig trekt u de sluitbanden nog extra aan.
Tip: Om een goede pasvorm te garanderen, raden wij u aan te letten op een gelijkmatige verdeling van de
vulling. De vulling bestaat uit een groot aantal balletjes. Door de polstervoering op te schudden voordat u
de orthese gaat aanleggen of door de vulling met de hand glad te strijken wordt een gelijkmatige vulling
bereikt, wat voor een optimale pasvorm zorgt.
NL
23