8 – ruimtelijke binnensensor
9 – aan/uit knop
10 – verwarmingsmodus
11 – knopvergrendeling
INSTALLATIE
Waarschuwing:
Voordat u de thermostaat vervangt, koppelt u het verwarmings-/aircondi-
tioningssysteem los van de hoofdstroombron in uw woning. Dit voorkomt
mogelijke elektrische schokken.
Het plaatsen van de thermostaat
De plaats van de thermostaat is van grote invloed op de werking ervan.
Kies een plek, waar gezinsleden het vaakst verblijven, bij voorkeur aan
een binnenmuur waar de lucht vrij kan circuleren en waar direct zonlicht
de kamer niet bereikt. Plaats de thermostaat niet in de buurt van warmte-
bronnen (tv's, radiatoren, koelkasten) of in de buurt van deuren (vanwege
frequente schokken). Als u deze aanbevelingen niet opvolgt, zal de kamer
niet goed op temperatuur blijven.
Montage van de thermostaat (zie fig. 4)
1. Steek een schroevendraaier in de onderkant van de thermostaat en
maak de voorklep los.
2. Maak het metalen frame van de montageplaat los met een schroe-
vendraaier.
3. Schroef de montageplaat in een geschikte montagedoos, bijv. KU 68.
4. Sluit de draden die van de montagedoos komen aan op de gemarkeerde
klemmen van de thermostaat volgens het aansluitschema. Plaats de
thermostaat terug op de montageplaat, zet hem vast met het metalen
frame en plaats de voorklep terug.
12 – kamertemperatuur
13 – antivriesmodus
14 – programmamodus
160