d) Efficiënt zoeken
- Beweeg de zoekspoel niet zoals een pendel. De zoekspoel hoger heffen tijdens of op het einde van een zwaai,
kan aanleiding geven tot foutieve resultaten.
- Beweeg de detector langzaam. Door te vlug te bewegen kunt u voorwerpen missen.
- De ideale beweging met de zoekspoel is zijwaarts en in een rechte lijn, waarbij u de zoekspoel steeds op
eenzelfde afstand van de bodem houdt.
- De detector produceert een toon als hij waardevolle metalen voorwerpen detecteert. Als een toon niet herhaald
wordt wanneer u met de zoekspoel enkele keren over hetzelfde punt gaat, is het metaal wellicht waardeloos.
- Vervuilde grond, elektrische interferentie of grote stukken schroot kunnen valse signalen veroorzaken.
- Valse signalen zijn doorgaans onregelmatig of niet reproduceerbaar.
e) De gevoeligheid (SENS) aanpassen
Wanneer u de basistechnieken onder de knie heeft, is het belangrijk de detector fijn af te stellen om zo een goed
resultaat te verkrijgen. Druk op de SENS regelmodeknop. Druk vervolgens of 'Up' of 'Dn' om de gevoeligheid bij
te stellen. Het gevoeligheidsniveau kunt u aflezen op de onderste blokjesbalk op het LCD-scherm.
OPMERKING: om voorwerpen diep in de grond te vinden moet u de gevoeligheid hoog instellen. Zet de gevoelig-
heid nooit op het maximum, want dan zal de detector storing en valse signalen ondervinden van zendmasten en
andere elektronische leidingen. De detector zal onregelmatige aanduidingen en tonen produceren.
f) Een positie precies bepalen
De exacte positie van een voorwerp bepalen, maakt het opgraafwerk een stuk makkelijker, maar oefening baart
nog altijd kunst. Wij raden u dan ook aan eerst op uw eigen grondgebied ervaring op de doen alvorens op andere
locaties te gaan werken. Volg deze stappen om een voorwerp precies te lokaliseren:
1. Als de detector een begraven voorwerp bespeurt, verklein dan de reikwijdte van uw zijwaartse beweging.
2. Kijk nauwkeurig boven welke plaats de detector een signaal geeft.
3. Hou de zoekspoel stil vlak boven dat punt op de grond. Beweeg de zoekspoel vervolgens enkele keren voor-
en achterwaarts, en kijk opnieuw waar precies de detector zijn signaal geeft.
4. Herhaal de stappen 1 tot 3, iedere keer haaks op de laatste beweging. Duid de precieze locatie op de grond
aan met een kruis (X). Het voorwerp zal zich recht onder het punt X bevinden.
g) Factoren die de detectie kunnen beïnvloeden
Het is moeilijk om een precies zoekresultaat te behalen. Deze factoren kunnen het zoeken bemoeilijken:
- de hoek waaronder het voorwerp zich in de grond bevindt
- hoe diep het voorwerp zich bevindt
- in welke mate het voorwerp verroest is
- de grootte van het voorwerp
- elektromagnetische en elektrische storingsvelden rond het voorwerp
Als u geduldig en correct zoekt, en vooral veel oefent, zult u zeker bevredigende resultaten behalen.
h) Een hoofdtelefoon gebruiken
1. Verzeker u ervan dat uw hoofdtelefoon een 3.5mm stekker heeft.
2. Zet de volumeknop op nul.
3. Steek de stekker van de hoofdtelefoon in het PHONE contact. De ingebouwde luidspreker zal automatisch
uitgeschakeld worden.
4. Regel het volume naar uw believen. Draai de volumeknop nooit helemaal open ; dit kan leiden tot gedeeltelijk
of permanent gehoorverlies.
CS200_v2
11
VELLEMAN