Descargar Imprimir esta página

Simon SM20 Manual Del Usuario página 28

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 1
8.2. Oplaadprocedure (modus: plug & play)
Volg deze stappen om een voertuig op te laden:
1. Sluit de uiteinden van de kabel aan op de oplader en het
voertuig.
2. Controleer of de led aan de voorkant van groen naar
ononderbroken blauw verandert ter indicatie dat het
laden is begonnen.
3. Wanneer het voertuig volledig is opgeladen, gaat de led
aan de voorkant blauw knipperen.
4. Om het opladen te beëindigen: eerst loskoppelen van de
autozijde volgens de instructies van de fabrikant. (Het is
belangrijk om deze volgorde te volgen, anders heeft de
oplader de kabel niet ontgrendeld).
5. Koppel de aansluiting aan de oplaadkant los.
8.3. Oplaadprocedure (via een APP)
Het opladen kan worden beheerd via een APP die verbonden is met een
OCPP-server. Volg in dit geval de instructies die in de APP worden gegeven.
9. PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen met de apparatuur moeten worden beoordeeld en opgelost
door goed opgeleid, gekwalificeerd personeel, waarbij de bovenstaande
veiligheidswaarschuwingen in acht moeten worden genomen.
9.1. Alarmen
De foutcode wordt op het scherm getoond en naar de OCPP-server gestuurd.
OCPP-fout Foutcode Beschrijving
De binnentem-
peratuur van
de apparatuur
is > 80 °C
HighTempe-
02
tijdens het
rature
opladen of
> 75 °C wan-
neer deze niet
in gebruik is.
Communicatie-
fout tussen de
Mode3Error
03
apparatuur en
het voertuig.
Fout in de in-
PowerMeter-
terne commu-
04
Failure
nicatie met de
stroommeter.
Laadstroom
OverCurrent-
hoger dan
05
Failure
maximaal
toegestaan.
De door
de meters
gedetecteerde
UnderVol-
spanning
06
tage
tussen fase-
en nuldraad
is lager dan
195 V AC.
Wanneer
wordt de
Oplossing
status
hersteld?
Als het stopcon-
tact niet bezig
is met opladen,
Controleer de apparatuur
wanneer de tem-
en de plaatsing ervan en
peratuur onder
kijk wat de oorzaak van
de 60 °C komt.
oververhitting kan zijn.
Als er wel wordt
opgeladen, wan-
neer de sessie is
voltooid.
Als het stopcon-
Deze fout wordt
tact niet bezig
veroorzaakt door een
is met opladen,
waakvlamfout. Controleer
wanneer de com-
de kabel waarmee
municatie tussen
het EV is aangesloten.
de apparatuur
Controleer de bekabeling
en het EV is ges-
van de apparatuur van
laagd. Als er wel
de Mennekes-aansluiting
wordt opgeladen,
naar de elektronica.
wanneer de ses-
sie is voltooid.
Deze fout kan worden
veroorzaakt door het in
werking treden van de
beveiligingen. Controleer
de beveiligingen en start
ze opnieuw op indien
Als de interne
nodig. Controleer of de
communicatie
stroommeter correct is
met de energie-
bekabeld en van stroom
meter is hersteld.
wordt voorzien. Contro-
leer de RS485-communi-
catiebekabeling tussen
de elektronica en de
stroommeter.
Het alarm verdwijnt wan-
Wanneer het EV
neer het EV dat de fout
dat de fout heeft
heeft veroorzaakt wordt
veroorzaakt is
losgekoppeld. Controleer
ontkoppeld en de
de kabel waarmee het EV
is sessie voltooid.
is aangesloten.
Controleer de beveili-
gingen. Controleer de
Wanneer de
interne bekabeling van de
gedetecteerde
apparatuur. Controleer
spanning teru-
of de ingangsspanning
gkeert naar een
van de apparatuur in alle
correcte waarde.
fasen correct is.
10. ONDERHOUD
– Onderhoud van de apparatuur moeten worden uitgevoerd door goed
opgeleid en gekwalificeerd personeel.
– Onderhoudspersoneel moeten naar behoren worden beschermd tegen de
risico's van ongelukken veroorzaakt door direct en indirect contact.
– Simon S.A.U beveelt aan om jaarlijks onderhoud uit te voeren.
10.1. Algemene reiniging en controle van apparatuur
– Voordat u iets met de apparatuur doet, moet u ervoor zorgen dat deze niet is
aangesloten op een stroombron door de stroom van de externe voedingskast
los te koppelen.
– Controleer de staat van de behuizing en de sluitingen. Controleer of er geen
stoten of krassen zijn die de beschermingsindex kunnen beïnvloeden.
– Controleer of de aansluitingen en slangen in goede staat verkeren.
– Reinig de buitenkant van de apparatuur met een vochtige doek. Gebruik
nooit een chemisch product rechtstreeks op de oplader. Om opgehoopt stof
van de binnenkant te verwijderen, moet u eerst de stroom van de apparatuur
loskoppelen en vervolgens een droge doek gebruiken (nooit een natte).
– Indien beschadigde onderdelen worden aangetroffen, dient de reparatie
te worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met gebruikmaking
van originele vervangingsonderdelen van Simon S.A.U.
10.2 Controle van elektrische onderdelen
– Ontkoppel eerst alle beveiligingen van de oplader en de externe
voedingskast en zorg ervoor dat de apparatuur niet op het
elektriciteitsnet is aangesloten.
– Controleer of er geen losse kabels zijn en of het aanhaalkoppel van de
aansluitingen voldoende is.
– Voorzie de apparatuur van stroom door de stroom van de externe
voedingskast aan te sluiten.
– Controleer of de spanning in de aansluitklemmen van de apparatuur
correct is: N-L1: 230 V, N-L2: 230 V, N-L3: 230 V (in eenfasige apparatuur,
alleen N-L: 230 V)
– Controleer of de spanning tussen de nuldraad en aarde in de
ingangsklemmen van de apparatuur lager is dan 5 V, met een aanbevolen
maximumwaarde van 1 V.
– Controleer of de totale geschatte aardingsweerstand < 100 Ohm is.
– In apparatuur met inbegrepen beveiliging:
Als alles in orde is, start u alle apparatuurbeveiliging opnieuw op.
Druk op de testknop van de residuele stroomonderbreker en controleer
of deze correct functioneert. Schakel deze vervolgens weer in.
– Indien een fout wordt aangetroffen, dient de reparatie te worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met gebruikmaking van
originele vervangingsonderdelen van Simon S.A.U.
10.3. Functionele test van apparatuur
– Voer een functionele test uit van de apparatuur, waarbij wordt
gecontroleerd of de volgende onderdelen correct werken:
• Het display
• De RFID-lezer
• Led op de voorkant van de apparatuur: Als er meer dan één aansluiting
is, controleert u of de status van de led overeenkomt met de status van
de bijbehorende aansluiting. Alle kleuren zijn duidelijk zichtbaar:
Groen
Blauw
Blauw
knipperend
Blauw/groen
knipperend
Geel
Rood
– Controleer of een EV kan worden opgeladen met de twee aansluitingen.
– Controleer of de twee aansluitingen tijdens het laden correct blokkeren
en deblokkeren wanneer de sessie voltooid is.
10.4. Firmware-update
– Controleer of een firmware-update nodig is voor de apparatuur;
controleer de lijst van versies en aanbevolen wijzigingen. (Controleer bij
personeel van Simon S.A.U)
– Voer, indien nodig, de update uit door de stappen te volgen die in de
Configuratiehandleiding worden vermeld.
10.5. Afvalbeheer
– Het onderhoudspersoneel is verantwoordelijk voor de juiste verwerking van
het afval dat tijdens de vervanging of reparatie van de apparatuur ontstaat.
28
Apparatuur beschikbaar
Voertuig wordt opgeladen
Opladen voltooid of niet begonnen vanwege
gebrek aan consumptie
Wachtend op plaatsing of verwijdering van
de kabel
Gereserveerde invoer
Fout bij oplaadpunt, niet bruikbaar

Publicidad

loading