7.1.2 Identificatieplaatje
Het identificatieplaatje op de analyse-eenheid bevat gegevens zoals het bouwjaar, serienummer,
typegoedkeuringsnummer, de naam van de fabrikant en het model van het instrument.
Bovendien bevat het de technische gegevens van het meetsysteem, zoals vereist door de geldende
norm. Plaats in de ruimte hieronder een kopie van het originele identificatieplaatje van het
instrument. De gebruiker moet bij het opvragen van informatie altijd verwijzen naar de
identificatiegegevens op dit identificatieplaatje.
7.1.3 Installatie en montage
Haal de onderdelen uit de verpakking.
Plaats voor model 840 de module op de
meegeleverde houder Plaats voor de andere
modellen de opaciteitsmeter op het optionele
wagentje/karretje of op een ander transportmiddel.
De rookinlaat moet zich echter altijd op een
minimale hoogte van 323 mm van de grond
bevinden.
Monteer de handgreep door de meegeleverde
schroeven op de bovenkant van de opaciteitsmeter
los en weer vast te draaien.
KOPIE VAN HET
IDENTIFICATIEPLAATJE
VAN DE OPACITEITSMETER 820-840
8