Inbedrijfstelling
De netaansluitingleiding dient regelma-
tig op beschadiging te worden onder-
zocht, zoals bv op vorming van
scheuren of slijtage. Wordt een bescha-
diging geconstateerd, moet de leiding
vóór een verder gebruik worden ver-
vangen.
Apparaat controleren op beschadigin-
gen, beschadigingen laten oplossen
door de klantendienst.
Stroomaansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
–
vens en typeplaatje.
De elektrische aansluiting moet uitge-
–
voerd worden door een electricien en
moet voldoen aan IEC 60364-1.
Gevaar
Gevaar door elektrische schok.
Niet over elektriciteitskabel rijden.
–
Gevaar
Verwondingsgevaar.
Elektriciteitskabel nooit rond het li-
–
chaam of de nek hangen.
Elektriciteitskabel niet in aanraking la-
–
ten komen met de roterende borstel / de
roterende pad.
Borstel/pad aanbrengen
Trek de stekker uit het stopcontact.
Klemming hellingsverstelling losmaken.
Greep naar voren in horizontale stand
zwenken.
Klemming hellingsverstelling aantrekken.
Apparaat naar achteren kantelen.
Schijvenborstel/schotelvormige schijf
op de meenemer plaatsen en tegen de
wijzers van de klok draaien.
Reinigingsmiddeltank (optie) vullen
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar. Alleen de aanbevo-
len reinigingsmiddelen gebruiken. Voor an-
dere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant het verhoogde risico betreffende
de gebruiksveiligheid en gevaar voor onge-
vallen. Alleen reinigingsmiddelen gebrui-
ken, die vrij zijn van oplossingsmiddelen,
zoutzuur en bijtende zuren.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Reinigingsoplossing in de reinigings-
middeltank vullen.
Waarschuwing
Verwondingsgevaar! De bediening van het
apparaat vereist oefening.
Garanderen dat er zich geen hindernis-
–
sen in het te reinigen bereik bevinden.
Bodemgesteldheid controleren op ge-
–
schiktheid.
De hantering is moeilijker op oneffen of
–
ruwe oppervlakken.
– 3
NL
Bediening
33