GEBRUIKSAANWIJZING
GEBRUIK
De loopkat op de balk monteren.
Om de loopkat op de balk te installeren, draait u het trekoog totdat de zijwanden voldoende op één lijn liggen om de flenzen van
de balk er doorheen te laten glijden. Draai vervolgens het trekoog in de tegenovergestelde richting zodat de zijwanden elkaar weer
kunnen naderen en bevestig de loopkat op zijn plaats op de balk (zie afb. 3 tot 6).
LET OP: indien nodig kunnen de loopkatdelen ook gedemonteerd en daarna weer gemonteerd worden.
Als de balk toegankelijk is (zie afb. 8a en 8b), kan dit worden gebruikt om de loopkat te verplaatsen, zelfs als de afstand tussen
de wielen groter is dan de breedte van de flenzen van de balk.
Zorg dat de eindschakelaars op de balk gemonteerd zijn (zie afb. 9). Als een eindschakelaar afneembaar is,
moet u ervoor zorgen dat deze gereset wordt voordat u toegang verkrijgt tot de loopkat.
De maximale helling van de balkflens mag niet groter zijn dan 14° (zie afb. 7).
De geleiderails mag maximaal 1/500 van de balklengte doorbuigen.
De helling van de geleiderail mag niet groter zijn dan 0,3%.
De luchtspleet tussen de kroon van de geleiderollers en de balkflens moet 1,0 - 2,5 mm zijn (hoogte A, afb. 7).
Het verankeringsoog (trekoog) moet in de verticale stand staan.
Bijvoorbeeld bij het monteren van een loopkat met eindpuntschakelaar op de balk.
Afb. 3
Afb. 8a
8147S_8147C.indd 47
8147S_8147C.indd 47
Afb. 4
Afb. 7
Afb. 5
NL
Afb. 6
Afb. 8b
28/02/22 17:38
28/02/22 17:38
47