REAR RIGHT
M M o o n n t t a a g g e e v v a a n n d d e e b b a a s s i i s s d d r r a a g g e e r r : :
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
Het monteren van de basisdrager dient door 2 personen te worden uitgevoerd.
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 1 1
De voor- en achterzijde van de basisdragers worden gemarkeerd door middel van
stickers op de profielbuis linksonder. Bij het monteren van de basisdrager moet
erop worden gelet dat de sticker zich in de rijrichting gezien aan de linkerkant
bevindt en dat de pijl in de rijrichting wijst.
L L e e t t o o p p ! !
Let bij het plaatsen van de basisdrager op het dak van het voertuig absoluut op
de markeringen!
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 2 2 a a , , b b
Profielkappen (2 2 8 8 ) openen en afdekkappen (2 2 7 7 ) naar boven openklappen.
Momentsleutel (2 2 9 9 ) in de richting van de pijl op de spanschroeven (2 2 6 6 ) aanbrengen
en deze circa 18 omwentelingen losdraaien.
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 3 3
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
Langs de onderste en bovenste rand van deze bladzijden 20/21 bevinden zich de
afmetingen A A en B B voor het invoeren van de montagehulpen (3 3 0 0 ).
Gebruik voor de montage van de voorste basisdrager het positioneringshulpstuk A A !
De montagehandleiding (3 3 1 1 ) links- resp. rechtsvoor tegen de dakrand leggen. De
montagehulp (3 3 0 0 ) voorzichtig in het midden van het gearceerde gedeelte A A tussen
zijwandframe en afdichtlip naar binnen leiden. Trek daarbij de afdichtlip iets naar
buiten en plaats de montagehulp (3 3 0 0 ) in de uitsparing in het afdichtrubber
(sponsrubber).
L L e e t t o o p p ! !
Beschadig bij het plaatsen van de montagehulp (3 3 0 0 ) het daarachterliggende
afdichtrubber (sponsrubber) niet!
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
Reinig het autodak bij de basisdragersteun en deze steun zelf voor montage
grondig (stof- en vetvrij).
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 4 4
Spanklemmen (2 2 0 0 , , 2 2 1 1 ) iets naar buiten trekken en de voorste basisdrager met
behulp van de montagehulpen (3 3 0 0 ) voorzichtig op de dakrand plaatsen.
Montagehulpen (30) iets naar buiten trekken. Vervolgens spanklemmen (20, 21)
over de positioneerbout (P) plaatsen en naar de carrosserie toe drukken tot ze
aansluiten.
L L e e t t o o p p ! !
Spanklemmen (2 2 0 0 , , 2 2 1 1 ) plaatsen, echter niet in de opening voor de sleutel haken!
(Zie afbeelding 4)
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 5 5 a a , , b b , , c c , , d d
Lijn de basisdragers zo uit dat de linker steunvoet in rijrichting tegen de dakrand
aan ligt (zie afb. 5a).
Basisdrager uitlijnen en de spanschroeven (2 2 6 6 ) met de momentsleutel (2 2 9 9 ) licht
aandraaien. Montagehulpen (3 3 0 0 ) verwijderen.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
De afstand tussen de rechter steunvoet en de dakrand dient 2-3 mm te bedragen
zoals in afb. 5c is weergegeven.
Is dit niet het geval (afb. 5b en 5d), wordt er aanbevolen om de breedte van de
basisdrager – als op pagina 31 beschreven – door een deskundig bedrijf te laten
instellen.
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 6 6
De spanschroeven ( ( 2 2 6 6 ) ) met de momentsleutel ( ( 2 2 9 9 ) ) aan de linkerkant en aan de
rechterkant afwisselend in 2 stappen tot 6 6 N N m m vastdraaien. De twee pijlen op de
momentsleutel ( ( 2 2 9 9 ) ) moeten daarvoor exact tegenover elkaar staan (6 Nm).
A A t t t t e e n n t t i i e e ! !
Het opgegeven draaimoment van 6 6 N N m m mag in geen geval worden
overschreden, omdat anders het voertuig beschadigd kan raken!
REAR LEFT
NL
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 7 7
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
De montage van de achterste basisdrager dient analoog met de montage van de
voorste basisdrager te worden uitgevoerd. Langs de onderste en bovenste rand
van deze bladzijden 20/21 bevinden zich de afmetingen A A en B B voor het invoeren
van de montagehulpen (3 3 0 0 )! Gebruik voor de montage van de achterste
basisdrager het positioneringshulpstuk B B ! De montagehandleiding (3 3 1 1 ) links- resp.
rechtsachter tegen de dakrand leggen.
Er moet op worden gelet dat de steunvoeten in de dakrand grijpen en deze positie
ook na het aantrekken van de spanschroeven handhaven.
L L e e t t o o p p ! !
De steunvoet mag niet over de dakrand glijden/springen!
Afdekkap (2 2 7 7 ) en profielkap (2 2 8 8 ) sluiten.
M M o o n n t t a a g g e e v v a a n n o o p p b b o o u u w w d d e e l l e e n n : :
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 8 8
Voor het monteren van opbouwdelen profielkap (2 2 8 8 ) openen en de opbouwdelen in
de aanwezige T-sleuf plaatsen. Profielkap weer sluiten.
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 9 9
Wanneer opbouwdelen niet worden gebruikt, moet de T-sleuf met het afdekprofiel
(3 3 ) worden gesloten. Pas daarvoor de afdekprofielen (3 3 ) aan de lengte van de
profielbuizen ( ( 1 1 , , 2 2 ) ) aan.
L L e e t t o o p p ! !
Alle schroefverbindingen en verbindingen van de basisdragers en opzetstukken
moeten vóór de rit gecontroleerd, indien nodig aangedraaid en met regelmatige
tussenpozen steeds weer gecontroleerd worden. Bij een langere rit of bij slechte
wegen moeten de schroefverbindingen met kortere tussenpozen gecontroleerd
worden. Als dit niet in acht wordt genomen, kan het tot losraken of verlies van het
opbouwdeel en gevaar voor ongelukken leiden!
D D e e m m o o n n t t a a g g e e v v a a n n d d e e b b a a s s i i s s d d r r a a g g e e r r : :
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
Het demonteren van de basisdrager dient door 2 personen te worden
uitgevoerd.
Profielkappen (2 2 8 8 ) openen en afdekkappen (2 2 7 7 ) naar boven openklappen.
Momentsleutel (2 2 9 9 ) in de richting van de pijl op de spanschroeven (2 2 6 6 ) plaatsen en
deze afwisselend links en rechts in 3 stappen telkens ca. 5 omwentelingen
losdraaien.
Vervolgens de spanklemmen (2 2 0 0 , 2 2 1 1 , 2 2 2 2 , 2 2 3 3 ) voorzichtig onder de afdichtlip door
naar buiten trekken.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g : :
Door lichte druk tegen de rijrichting in uit te oefenen, kunnen de spanklemmen
(2 2 0 0 , 2 2 1 1 , 2 2 2 2 , 2 2 3 3 ) gemakkelijker worden verwijderd.
Basisdrager voorzichtig van het voertuigdak tillen.
Momentsleutel (2 2 9 9 ) in de richting van de pijl op de spanschroeven (2 2 6 6 ) aanbrengen
en deze circa 18 omwentelingen indraaien en licht aandraaien.
Afdekkappen (2 2 7 7 ) en profielkappen (2 2 8 8 ) sluiten.
21