De borstelmotor thermische onderbreker staat
aan; de motor is oververhit.
Oplossen van de oorzaak (koorden of vergelijkbare
objecten die borstel blokkeren, oppervlakte te
ruw, enz.) druk op de "reset" onderbreker (de eerste
vanaf de bovenkant).
De transmissie gordel is gebroken.
Vervangen.
De motor is defect
Vervangen.
7.4.
NIET GENOEG OF TE VEEL
REINIGINGSMIDDEL
De reinigingsmiddel tank is leeg.
Vul de tank met reinigingsmiddel volgens
aangeduid concentraat vermengd met water.
De borstels draaien niet meer
Activeer de borstels en druk het pedaal rechts in.
Het ventiel watertoevoer staat dicht.
Aanpassen/vergroten zodat er voldoende
reinigingsmiddel wordt toegevoegd.
De leiding reinigingsmiddel is verstopt op een
bepaald punt.
Reinig de leiding door verwijderen van het vuil.
Het ventiel watertoevoer is verbrand
Vervang het.
7.5.
GEEN ZUIGKRACHT
De zuigslang is niet verbonden met de zuigmond.
Sluit de zuigslang correct aan.
De zuigslang of de zuigmond buis zijn verstop
Reinig de leidingen.
De zuiging motor is uitgeschakeld.
Activeren.
De vuilwatertank is vol.
Leegmaken.
De zuigmotor krijgt geen elektrische stroom of
wordt verbrand.
Controleer de aansluitingen en, voor het laatste
geval, vervang de motor
7.6.
ONVOLDOENDE ZUIGKRACHT
Het tankdeksel is niet perfect gesloten.
Sluit het correct.
De zuigslang, de zuigmond leiding of de controle
compartiment is verstopt.
Reinig eventuele belemmeringen van de leidingen.
7.7.
DE BORSTEL- OF DE ZUIGMOTOR BLIJFT
IN WERKING
De schakelaar is defect
Stoppen van de machine en het loskoppelen van
de batterijstekker en neem contact op met de
technische dienst.
7.8.
DE ZUIGSTRIPS ZIJN NIET SCHOON OF
DROGEN NIET EFFICIËNT
De zuigstrips rubbers zijn versleten of slepen vuil
voort.
Vervangen of maak ze schoon.
De zuigmond aanpassing is niet correct; de
vooruitgang moet precies loodrecht staan op de
lopende richting.
Aanpassen van de zuigmond.
De zuigslang of de zuigmond buis zijn verstopt.
Reinig eventuele belemmeringen van de leidingen.
7.9.
DE BATTERIJLADER WERKT NIET
Lading van de batterij wordt niet gestart.
Controleer dat de acculader aan de accu is aangesloten.
Raadpleeg de handleiding van batterij lader.
7.10.
DE BATTERIJEN WERKEN NIET
Aan het eind van het laadproces, dan is de batterij
niet correct opgeladen (zie handleiding van de
fabrikant van de accu instructie-onderhoud)
Controleer de batterij lader foutbericht weergave
en controleer de gegevens vermeld op het display
(zie de acculader instructiehandleiding).
De batterijen zijn nieuw en genereren niet 100%
van de nominale prestaties.
De accumulator bereikt de maximale prestaties na
20-30 volledige oplaadcycli.
De elektrolyt is verdampt en dekt niet volledig de
platen.
Controleren van de batterij en
onderhoudshandleiding fabrikant.
Er zijn belangrijke verschillen in dichtheid tussen
de verschillende elementen.
de beschadigde batterij vervangen.
Raadpleeg altijd voor de batterij en batterijlader
gebruik en onderhoud, de handleiding. Als het
probleem hiermee niet is opgelost, neem dan
contact op met uw erkend LAVOR service centrum.
De fabrikant staat niet in voor het oplossen
van problemen met behulp van batterijen en
batterijladers die niet rechtstreeks werden
meegeleverd.
8.
GARANTIE VOORWAARDEN
Al onze toestellen werden nauwkeurig getest en heb-
ben 12 maand garantie tegen materiaal- of fabrikatie-
fouten. Garantie is geldig vanaf aankoopdatum. Als
aankoopdatum geldt de datum op de factuur die door
de Verdeler opgemaakt werd op het moment van de
levering. De Fabrikant verbindt zich tot herstelling of
gratis vervanging van de delen die tijdens de garan-
tieperiode defekt waren door fabrikatiefouten. Fouten
die niet duidelijk te wijten zijn aan het materiaal of aan
de fabrikatie zullen door onze Technische Servicecen-
145