Hogedrukslang met handspuitpistool
verbinden en handvast aandraaien
(EASY!Lock).
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel! Apparaat, toebehoren,
toevoerleidingen en aansluitingen moeten
in een perfecte toestand zijn. Als dat niet
het geval is, mag het apparaat niet gebruikt
worden.
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
– Het apparaat moet zeker met een stek-
ker aangesloten worden op het elektri-
citeitsnet. Een niet-scheidbare verbin-
ding met het stroomnet is verboden. De
stekker dient voor de netscheiding.
– Apparaat uitsluitend aansluiten op wis-
selstroom.
– Minimumzekering van het stopcontact
(zie technische gegevens).
– De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie
Technische gegevens) mag niet over-
schreden worden. In geval van ondui-
delijkheden in verband met de netimpe-
dantie aan uw aansluitpunt neemt u
best contact op met uw electriciteits-
maatschappij.
– Verlengingskabel met een voldoende
grote diameter gebruiken (zie „Techni-
sche gegevens") en volledig van de ka-
beltrommel wikkelen.
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
Netsnoer afwikkelen en op de grond
leggen.
Netstekker in een stopcontact steken.
Wateraansluiting
Aansluiting aan de waterleiding
WAARSCHUWING
Voorschriften van de watermaatschappij in
acht nemen.
Conform de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aan het drinkwater-
net gebruikt worden. Er moet een geschikte
systeemscheider van de firma KÄRCHER
of alternatief een systeemscheider conform
EN 12729 type BA gebruikt worden.
Water dat door een systeemscheider is ge-
stroomd, wordt als niet-drinkbaar be-
schouwd.
Aansluitwaarden zie Technische gegevens.
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 1'') aan de wateraan-
sluiting van het apparaat en aan de wa-
tertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Instructie:
De toevoerslang wordt niet meegeleverd.
Open de watertoevoer.
Water aanzuigen uit open reservoirs
Zuigslang met filter (bestelnummer
4.440-238.0) aan de wateraansluiting
vastschroeven.
Apparaat ontluchten:
Sproeier losschroeven.
Apparaat laten draaien tot het water zon-
der luchtbellen uit de straalpijp komt.
Apparaat uitschakelen en sproeier op-
nieuw vastschroeven.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Gebruik het apparaat
nooit zonder gemonteerde straalpijp. Con-
troleer de straalpijp voor elk gebruik op ste-
vigheid. De schroefverbinding van de
straalpijp moet handvast aangespannen
zijn.
Explosiegevaar!
Verstuif geen brandbare vloeistoffen.
Bij het gebruik van het apparaat in gevaar-
lijke bereiken (bv. tankstations) moeten de
overeenkomstige veiligheidsvoorschriften
in acht genomen worden.
Gevaar voor letsel! Bij het werken hand-
spuitpistool en straalbuis met beide handen
vasthouden.
Gevaar voor letsel! De hendel en de veilig-
heidshendel mogen tijdens de werking niet
vastgeklemd worden.
– 4
NL
Bediening
51