NEDERLANDS
7. Bediening
A
Gevaar!
Dit toestel mag uitsluitend door
één persoon tegelijk worden
bediend. Verdere personen
mogen slechts voor het toevoe-
ren of verwijderen van werkstuk-
ken ver van het toestel vandaan
verblijven.
Controleer of alles goed functio-
neert alvorens met de zaagwerk-
zaamheden te beginnen:
netsnoer en netstekker;
hoofdschakelaar;
spouwmes;
beschermkap;
duwhout.
Zorg ervoor dat u zichzelf ook
beschermt:
draag een stofmasker;
draag oorbeschermers;
draag een veiligheidsbril.
Let steeds op een juiste houding
en plaats tijdens het zagen:
neem plaats aan de voorkant
van de afkortzaag;
frontaal t.o.v. het toestel;
links van het opstuivende
zaagsel;
Bij bediening met twee perso-
nen moet de tweede persoon
op voldoende afstand van de
zaag staan.
Naargelang het soort werk dat u
verricht, gebruikt u:
tafelverlenging (toebehoren) –
wanneer werkstukken na het
doorsnijden van de tafel zou-
den kunnen vallen;
schuifslede (accessoire);
klemmechanisme – bij werk-
stukken die niet vastliggen –
bijvoorbeeld ronde materialen;
een schaafselafzuigsysteem.
Vermijd frequente bedieningsfou-
ten:
Probeer nooit het zaagblad af
te remmen door er van de zij-
kant (met een voorwerp) tegen-
aan te drukken. Ook hier
bestaat gevaar voor terugslag.
Druk het werkstuk tijdens het
zagen steeds op de tafel en
plaats het nooit op zijn kant.
Ook hier bestaat gevaar voor
terugslag.
Ook geen bundels met ver-
schillende aparte stukken tege-
lijk – zaag nooit verschillende
stukken. Er is gevaar voor
lichamelijk letsel als aparte
stukken zonder steun door het
zaagblad worden gegrepen.
10
Bij gebruik als trekzaagma-
chine controleert u bij stil-
staand zaagblad of het werk-
stuk volledig doorgezaagd kan
worden zonder in het gelei-
dingsprofiel te grijpen, alvo-
rens de zaagsnede te maken.
c
Klemgevaar!
Zaag nooit werkstukken die tou-
wen, snoeren, riemen of draden
hangen of dergelijke materialen
bevatten.
7.1
Tafelcirkelzaag
3
Opmerking:
Bij het bedrijf als tafelcirkelzaag
wordt het werkstuk voor het zagen naar
achteren geschoven.
Deze manier van werken is het meest
geschikt voor:
zoomsneden,
lange sneden.
Ombouwen op tafelcirkelzaagbedrijf
1.
Draaiknop tot aan de aanslag tegen
de wijzers van de klok in draaien en
naar voren trekken tot het zaagblad
in het tafelmidden staat.
2.
Met de vergrendelingshendel de
langsverstelling in het tafelmidden
arreteren.
Instellen en zagen
1.
Stel de zaaghoogte in. De spankap
moet op het werkstuk rusten.
2.
Stel de hellingshoek in en blokkeer.
3.
Eventueel universele aanslag mon-
teren (aanlegprofiel van de aanslag
parallel naar het zaagblad).
4.
Toerental passend tot het werkstuk
instellen en zaag inschakelen.
5.
Het werkstuk in één keer doorza-
gen.
6.
Schakel de machine uit als u niet
onmiddellijk verderwerkt.
7.2
Automatisch zagen
3
Opmerking:
Bij bedrijf als trekcirkelzaag wordt
het werkstuk gefixeerd en het zaagblad
naar voren getrokken. De lengte van de
snede moet naargelang de dikte van het
te zagen werkstuk beperkt worden (zie
schets).
Deze manier van werken is het meest
geschikt voor:
dwarssneden
snijden van profielen en licht metaal
zeer precies uit te voeren zaagsne-
den
1.
Maak de vergrendeling voor de
lengterichting los.
2.
Stel de zaaghoogte in. De spankap
moet op het werkstuk rusten.
3.
Stel de hellingshoek in en blokkeer.
4.
Universele aanslag monteren en
eventueel een hoek instellen.
3
Opmerking:
In het bedrijf als trekcirkelzaag
moet het aanslagprofiel met de hoge
aanlegkant gemonteerd zijn.
A
Opgelet!
Het aanslagprofiel mag niet in
het snijbereik reken.
5.
Controleer, terwijl het zaagblad stil-
staat, of het werkstuk in één snede
helemaal doorgezaagd kan worden.
Daarvoor moet het zaagblad in de
voorste stand gezet worden.
6.
Zet het zaagblad vervolgens
opnieuw in de achterste stand.
7.
Werkstuk aan het aanslagprofiel
leggen.
8.
Toerental passen tot het werkstuk
instellen en zaag inschakelen.
9.
Haal het zaagblad naar voor om het
werkstuk door te zagen. Zet het