NEDERLANDS
A
Gevaar door gebreken aan het
toestel!
Zorg dat het toestel evenals het toe-
behoren goed onderhouden wor-
den. Neem hierbij de onderhouds-
voorschriften in acht.
Controleer de machine voor het
inschakelen telkens op eventuele
beschadigingen: Voor elk gebruik
moet de goede werking van de vei-
ligheidsinrichtingen en van licht
beschadigde onderdelen zorgvuldig
gecontroleerd worden. Controleer of
de scharnierende onderdelen cor-
rect functioneren en niet klemmen.
Alle onderdelen moeten correct
gemonteerd zijn en aan alle voor-
waarden voldoen om een feilloze
bediening van het toestel te garan-
deren.
Laat beschadigde beveiligingen of
onderdelen deskundig en door een
gekwalificeerde vakman herstellen
of vervangen. Laat beschadigde
schakelaars in een reparatiedienst
vervangen. Gebruik dit toestel niet,
wanneer u de schakelaar niet kan
in- en uitschakelen.
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of
vetten op de handgrepen bevinden
en dat deze droog blijven.
A
Gevaar door lawaai!
Draag oordoppen.
Let u erop, dat het spouwmes niet is
gebogen. Een gebogen spouwmes
drukt het werkstuk zijdelings tegen
het zaagblad. Dit veroorzaakt
lawaai.
A
Gevaar door blokkerende
werkstukken of werkstukdelen!
Als er een blokkering optreedt:
1.
Apparaat uitschakelen.
2.
Stekker uit het stopcontact trekken.
3.
Handschoenen dragen.
4.
Blokkering met geschikt
gereedschap verwijderen.
3.3
Symbolen op het appa-
raat
Gevaar!
Het niet of onjuist opvol-
gen van de volgende
waarschuwingen kan tot
ernstige persoonlijke let-
sels of tot schade aan het
apparaat leiden.
Lees de handleiding.
6
Blijf met de handen uit de
buurt van een draaiend
zaagblad.
Veiligheidsbril dragen.
Draag oordoppen.
Toestel niet in vochtige of
natte omgeving exploiteren.
Bij bedrijf als tafel-
cirkelzaag wordt het
zaagblad in het
midden en bij instel-
werkzaamheden in
de voorste positie
vergrendeld.
Als het apparaat
gebruikt wordt om
automatisch te
zagen dan moet het werkstuk zelf vast-
gezet worden. Bij automatisch zagen
gaat de cirkelzaag vanzelf vooruit.
Instellingen van het
toerental voor ver-
schillende grond-
stoffen "Bedie-
ningselementen/
toerentalstelwiel-
tje")
Gegevens op het typeplaatje:
16
17
18
19
20
21
22
(16) Fabrikant
(17) Serienummer
(18) Apparaatbenaming
(19) Motorgegevens
(zie ook "Technische gegevens")
(20) Bouwjaar
(21) CE-kenmerk – Dit apparaat
beantwoordt aan de EU-richtlij-
nen overeenkomstig de confor-
miteitsverklaring
(22) Afvalsymbool – Het toestel kan
via de fabrikant worden afge-
voerd
(23) Afmetingen van toegelaten zaag-
bladen
3.4
Veiligheidsvoorzieningen
Beschermkap
De beschermkap (24) verhindert onge-
wild contact met het zaagblad en biedt
bescherming tegen rondvliegende hout-
spaanders en zaagsel.
Het is niet toegelaten om zonder
beschermkap te werken.
26
Spouwmes
Het spouwmes (25) moet verhinderen
dat een werkstuk door de achterkant van
het zaagblad omhoog geduwd kan wor-
den en eventueel tegen de gebruiker
aangeslingerd wordt.
Het is niet toegelaten om zonder spouw-
mes te werken.
Ingrijpbescherming
De volgende bouwdelen beschermen
voor een onopzettelijk aanraken van het
zaagblad:
Tafelinlegprofiel (26),
Afdekplaat van de zaagblad-veilig-
heidskast (27),
Ingrijpbescherming (28).
Deze onderdelen moeten gedurende het
bedrijf steeds gemonteerd zijn.
23
27
24
25
28