4.
Draai de schroeven (47) van de
spouwmeshouder los.
48
49
47
Afstand naar het zaagblad instellen:
5.
Spouwmes (48) in de bovenste of
onderste positie verschuiven:
bovenste positie: bij scheidende
sneden moet het spouwmes over
het zaagblad uitsteken.
onderste positie: voor ver-
dektsneden.
6.
Draai de schroeven (47) van de
spouwmeshouder vast.
7.
Inbusbout (49) losmaken (hiervoor
inbusbout in richting van de wij-
zers van de klok draaien!) en
spouwmes uitrichten: de afstand
tussen de buitenste rand van het
zaagblad en het spouwmes moet 3
tot 5 mm bedragen.
8.
Inbusbout (49) vasttrekken (hiervoor
inbusbout tegen de wijzers van de
klok in draaien!).
Zijdelingse uitrichting instellen:
spouwmes (53) en zaagblad moeten
exact in een rechte lijn liggen.
9.
Beide inbusbouten van de afdek-
plaat aan de zaagblad-bescherm-
kast licht losmaken.
10. Afdekplaat omhoog schuiven en uit
de bovenste houder loshaken.
11. Spouwmes met de schroeven (50)
in rechte lijn naar het zaagblad uit-
richten.
50
12. Afdekplaat inzetten en beide inbus-
bouten handvast aantrekken.
13. Bevestig het tafelinlegprofiel.
De beschermingskap monteren
1.
Breng het zaagblad in de bovenste
stand.
2.
Spankap (52) aan het spouwmes
(53) opsteken.
3.
Spankap met klemhendel (51) vast
aantrekken.
51
Draaiknop op de trekstang monteren
1.
Draaiknop (54) op de trekstang (57)
schroeven.
2.
Met de contramoer (56) de draai-
knop tegen de trekstang met een
contramoer vastmaken. Hiervoor
met een steeksleutel de moer (55)
tegenhouden en de contramoer (56)
handvast tegen de trekstang
schroeven.
54
55
56
6.3
Zaagselafzuigsysteem
A
Gevaar!
Sommige soorten zaagsel (bij-
voorbeeld van beuken-, eiken- en
essenhout) kunnen bij inademing
kankerverwekkend zijn. Werkzaamhe-
den in gesloten ruimten mogen alleen
met een geschikte zaagselafzuigin-
stallatie uitgevoerd worden. De zaag-
selafzuiginstallatie moet voldoen aan
de volgende eisen:
Passend tot de doorsnede van de
afzuigstukken (spankap 38 mm;
beschermkast 58/43 mm);
3
luchtdebiet
460 m
onderdruk aan de afzuigstomp
van de zaag
530 Pa;
luchtsnelheid aan de afzuigstomp
van de zaag
20 m/ s.
De aanzuigstompen voor de afvoer van
het zaagsel bevinden zich op het frame
van de cirkelzaag en op de zaagbladbe-
schermkast.
Lees ook de handleiding voor de bedie-
ning van het zaagselafzuigsysteem!
Het werken zonder afzuigsysteem is
alleen toegestaan:
buiten;
bij kortstondig werken
(gedurende max. 30 minuten);
met stofmasker.
A
52
zaagblad worden de zaagspanen uit
de zaagblad-beschermkast geblazen.
A
53
voorwerpen zijn dichtgesteld.
6.4
B
Gebruik het apparaat uitsluitend
in een droge omgeving.
Het apparaat mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een stopcon-
tact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook
"Technische gegevens):
De stopcontacten moeten
netspanning en -frequentie
de stroomkring dient vakkun-
57
Systeemimpedantie Z
3
tromonteur vertellen u graag of uw
huisaansluiting aan deze bepalingen
voldoet.
Het snoer moet zo gelegd worden
dat het zaagwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het
snoer niet beschadigd kan wor-
den.
Het snoer moet beschermd wor-
/h;
den tegen hitte en bijtende schei-
kundige vloeistoffen, en zorg dat
het snoer niet beschadigd kan
worden door scherpe voorwer-
pen.
Gebruik als verlengkabel alleen
kabels met rubbermantel en vol-
doende grote diameter (zie "Tech-
nische gegevens").
Trek de stekker niet aan het snoer
uit het stopcontact.
NEDERLANDS
Gevaar!
Door de draaibeweging van het
Opgelet!
Het aansluitstuk mag niet door
Netaansluiting
Gevaar! Elektrische spanning
reglementair geïnstalleerd zijn
en een goedgekeurde aarding
hebben.
moeten overeenstemmen met
de waarden op het typeplaatje
van het apparaat;
dig beveiligd te worden met
een differentieelschakelaar die
aanslaat bij een lekstroom van
30 mA,
max.
het doorgeefpunt (huisaanslui-
ting) ten hoogste 0,35 ohm.
Aanwijzing:
Het energiebedrijf of uw elek-
aan
9