Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste
maat en vorm voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen steunen de slijpschijf en verminderen
zo het gevaar van een slijpschijfbreuk. Flenzen voor
doorslijpschijven kunnen verschillen van de flenzen voor
andere slijpschijven.
Gebruik geen versleten slijpschijven van grotere elektri-
sche gereedschappen. Slijpschijven voor grotere elektri-
sche gereedschappen zijn niet geconstrueerd voor de
hogere toerentallen van kleinere elektrische gereed-
schappen en kunnen breken.
Overige bijzondere waarschuwingen voor door-
slijpwerkzaamheden
Voorkom blokkeren van de doorslijpschijf en te hoge aan-
drukkracht. Slijp niet overmatig diep. Een overbelasting
van de doorslijpschijf vergroot de slijtage en de gevoelig-
heid voor kantelen of blokkeren en daardoor de moge-
lijkheid van een terugslag of breuk van het
slijptoebehoren.
Mijd de omgeving voor en achter de ronddraaiende door-
slijpschijf. Als u de doorslijpschijf in het werkstuk van u
weg beweegt, kan in het geval van een terugslag het elek-
trische gereedschap met de draaiende schijf rechtstreeks
naar u toe worden geslingerd.
Als de doorslijpschijf vastklemt of als u de werkzaamhe-
den onderbreekt, schakelt u het elektrische gereedschap
uit en houdt u het rustig tot de schijf tot stilstand is geko-
men. Probeer nooit om de nog draaiende doorslijpschijf
uit de groef te trekken. Anders kan een terugslag het
gevolg zijn. Stel de oorzaak van het vastklemmen vast en
maak deze ongedaan.
Schakel het elektrische gereedschap niet opnieuw in
zolang het zich in het werkstuk bevindt. Laat de doorslijp-
schijf eerst het volledige toerental bereiken voordat u het
doorslijpen voorzichtig voortzet. Anders kan de schijf
vasthaken, uit het werkstuk springen of een terugslag
veroorzaken.
Ondersteun platen of grote werkstukken om het risico
van een terugslag door een ingeklemde doorslijpschijf te
verminderen. Grote werkstukken kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen. Het werkstuk moet aan beide
zijden worden ondersteund, vlakbij de slijpgroef en aan
de rand.
Wees bijzonder voorzichtig bij invallend frezen in
bestaande muren of andere plaatsen zonder voldoende
zicht. De invallende doorslijpschijf kan bij het doorslijpen
van gas- of waterleidingen, elektrische leidingen of
andere objecten een terugslag veroorzaken.
Bijzondere waarschuwingen voor schuurwerk-
zaamheden
Gebruik geen schuurbladen met te grote afmetingen,
maar houd u aan de voorschriften van de fabrikant voor
de maten van schuurbladen. Schuurbladen die over de
rand van de steunschijf uitsteken, kunnen verwondingen
veroorzaken en kunnen tot blokkeren, scheuren van de
schuurbladen of terugslag leiden.
Bijzondere waarschuwingen voor werkzaamheden
met draadborstels
Houd er rekening mee dat de draadborstel ook tijdens het
normale gebruik draadstukken verliest. Overbelast de
draden niet door een te hoge aandrukkracht. Wegvlie-
gende draadstukken kunnen gemakkelijk door dunne
kleding en/of de huid dringen.
Als het gebruik van een beschermkap wordt geadviseerd,
dient u te voorkomen dat beschermkap en draadborstel
elkaar kunnen raken. Vlakstaal- en komstaalborstels kun-
nen door aandrukkracht en centrifugaalkrachten hun dia-
meter vergroten.
Overige veiligheidsvoorschriften
Gebruik elastische tussenstukken indien deze samen met
het slijptoebehoren worden geleverd.
Controleer of de inzetgereedschappen volgens de voor-
schriften van de fabrikant gemonteerd zijn. De gemon-
teerde inzetgereedschappen moeten vrij kunnen draaien.
Verkeerd gemonteerde inzetgereedschappen kunnen tij-
dens de werkzaamheden losraken en weggeslingerd
worden.
Ga zorgvuldig met het slijp- en schuurtoebehoren om en
bewaar het volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
Beschadigd slijp- en schuurtoebehoren kan scheuren en
tijdens de werkzaamheden barsten.
Let er bij het gebruik van inzetgereedschappen met
schroefdraad op dat de schroefdraad in het inzetgereed-
schap lang genoeg is om de lengte van de uitgaande as
van het elektrische gereedschap op te nemen. De
schroefdraad van het inzetgereedschap moet bij de
schroefdraad van de uitgaande as passen. Verkeerd
gemonteerde inzetgereedschappen kunnen tijdens het
gebruik losraken en letsel veroorzaken.
Let op verborgen liggende elektrische leidingen en buizen
voor gas en water. Controleer de werkomgeving voor
het begin van de werkzaamheden, bijvoorbeeld met een
metaaldetector.
Gebruik een stationaire afzuiginstallatie, blaas de venti-
latieopeningen regelmatig schoon en sluit het gereed-
schap via een aardlekschakelaar aan. Onder extreme
gebruiksomstandigheden kan tijdens het bewerken van
metaal geleidend stof in het elektrische gereedschap
terechtkomen. Daardoor kan de veiligheidsisolatie van
het elektrische gereedschap worden geschaad.
Er mogen geen plaatjes of symbolen op het elektrische
gereedschap worden geschroefd of geniet. Een bescha-
digde isolatie biedt geen bescherming tegen een elektri-
sche schok. Gebruik stickers.
Werk altijd met de extra handgreep. De extra handgreep
waarborgt een betrouwbare geleiding van het elektrische
gereedschap.
Controleer voor de ingebruikneming de netaansluitkabel
en de netstekker op beschadigingen.
Advies: Gebruik het elektrische gereedschap altijd via
een aardlekschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA of minder.
nl
39