de grond bevindt en de draad de juiste snijplaats
raakt. Snij steeds weg van uzelf. Trek de trimmer
nooit naar u toe.
Snijden langs omheiningen/funderingen
Nader al snijdend langzaam gaasafrasteringen,
lattenheiningen, muren van natuursteen en fun-
deringen om er dichtbij te snijden zonder echter
met de draad tegen de hindernis te slaan. Komt
de draad b.v. met stenen, muren van steen of
funderingen in aanraking, slijt hij af of rafelt hij uit.
Slaat de draad tegen omheiningstraliewerk, gaat
hij breken.
Trimmen van bomen
Als u rond bomen trimt, nader langzaam teneinde
de draad de schors niet raakt. Ga rond de boom
en snij daarbij van links naar rechts. Nader gras
of onkruid met de top van de draad en kantel de
draadspoel lichtjes naar voren.
Waarschuwing : wees bijzonder voorzichtig bij
afmaaiwerkzaamheden. Neem bij dergelijke
werkzaamheden een afstand van minstens 30 m
tussen uzelf en andere personen of dieren in acht.
Afmaaien
Bij het afmaaien wordt de hele vegetatie tot op
de grond afgesneden. Te dien einde kantelt u
de draadspoel in een hoek van 30 graden naar
rechts. Breng de handgreep in de gewenste
positie. Houd rekening met verhoogd lichamelijk
gevaar voor gebruiker, toeschouwers en dieren
alsmede met het gevaar voor materiële schade
door wegspringende voorwerpen (b.v. stenen)
(fi g. 9e).
Waarschuwing: verwijder met het toestel geen
voorwerpen van voetpaden enz.! Het toestel is
een krachtig gereedschap; steentjes of andere
voorwerpen kunnen 15 m en meer worden weg-
geslingerd en kunnen letsels of beschadigingen
van auto's, huizen en vensters veroorzaken.
Zagen
Het toestel is niet geschikt voor het zagen.
Vastkomen
Mocht het snijmes wegens te dichte vegetatie
blokkeren dient u meteen de motor stil te leggen.
Ontdoe het toestel van gras en struikgewassen
voordat u het opnieuw in werking zet.
Anl_GC_BC_25_30_AS_SPK2.indb 48
Anl_GC_BC_25_30_AS_SPK2.indb 48
NL
Vermijden van terugstoot
Bij het werken met het snijmes bestaat gevaar
voor terugstoot als het een vaste hindernis
(boomstam, tak, boomstomp, steen of dergelijks)
raakt. Het toestel springt daarbij terug tegen de
draairichting van het gereedschap in. Dit kan
ertoe leiden dat u de controle over het toestel
verliest. Gebruik het snijmes niet in de buurt van
omheiningen, metalen palen, grenspalen of fun-
deringen.
Om dichte stengels te snijden plaatst u die zoals
getoond in fi g. 9f om een terugstoot te voorko-
men.
9. Onderhoud
Schakel het apparaat vóór het begin van onder-
houdswerkzaamheden altijd uit en trek de bougie-
stekker eraf.
9.1 Vervangen van draadspoel/snijdraad
1. De draadspoel (13) demonteren zoals
beschreven in hoofdstuk 5.1.6. De spoel
samendrukken (fi g. 12a) en één helft van de
behuizing eraf nemen (fi g. 12b).
2. Draadspoel uit de behuizing nemen (fi g. 12c).
3. Verwijder eventueel nog voorhanden snij-
draad.
4. De nieuwe snijdraad in het midden samen-
leggen en de ontstane lus vasthaken in de
uitsparing van de draadverdeelplaat (fi g. 12d).
5. Draad onder spanning tegen de de klok in
opwikkelen. De draadverdeelplaat scheidt
daarbij de beide helften van de snijdraad (fi g.
12e).
6. De laatste 15 cm van de beide draaduitein-
den in de tegenoverliggende draadhouders
van de draadverdeelplaat haken (fi g. 12f).
7. De beide draaduiteinden doorheen de meta-
len ogen in de behuizing van de draadspoel
leiden (fi g. 12c).
8. Draadspoel in de behuizing van de draadspo-
el drukken.
9. Overtollige draad op ongeveer 13 cm inkor-
ten. Daardoor wordt de motor bij het starten
en opwarmen minder zwaar belast.
10. Draadspoel weer monteren (zie hoofdstuk
5.1.6). Als de complete draadspoel wordt ver-
nieuwd, slaat u de punten 3-6 over.
- 48 -
21.10.2016 12:01:20
21.10.2016 12:01:20