Descargar Imprimir esta página

Mitsubishi Electric Mr.Slim SEZ-M25 Manual De Instalación página 73

Ocultar thumbs Ver también para Mr.Slim SEZ-M25:

Publicidad

6. Koelleidingwerk
6.1. Koelpijpen
[Fig. 6-1] (P.4)
a Binnenapparaat
b Buitenapparaat
Zie de gebruiksaanwijzing behorende bij het buitenapparaat voor het toegestane
hoogteverschil tussen de apparaten en voor de hoeveelheid aanvullend koelmiddel.
Vermijd de volgende plaatsen, omdat daar mogelijkerwijs problemen met de
airconditioner zullen optreden.
• Ruimten met veel olie, bijvoorbeeld machineolie of bakolie.
• Een zoute omgeving, zoals aan zee.
• De omgeving van warme bronnen.
• Plaatsen met zwavelgassen.
• Andere plaatsen met een bijzondere luchtgesteldheid.
• Deze eenheid heeft getrompte verbindingen aan zowel de binnenunit als de buiten-
unit. (Fig. 6-1)
• Isoleer zowel de koelstof- als de afvoerleiding volledig om condensvorming te voor-
komen.
Vervaardiging van leidingen
• Koelstofleidingen van 3, 5, 7, 10 en 15 m kunnen desgewenst worden gebruikt.
(1) Onderstaande tabel geeft de specificaties voor leidingen die in de handel verkrijg-
baar zijn.
Buitenste diameter
Leiding
Model
mm
inch
6,35
1/4
Voor vloeistof
SEZ-M25
9,52
3/8
Voor gas
6,35
1/4
Voor vloeistof
SEZ-M35
Voor gas
9,52
3/8
6,35
1/4
Voor vloeistof
SEZ-M50
Voor gas
12,7
1/2
Voor vloeistof
6,35
1/4
SEZ-M60
Voor gas
15,88
5/8
Voor vloeistof
9,52
3/8
SEZ-M71
Voor gas
15,88
5/8
(2) Controleer of de 2 koelleidingen goed geïsoleerd zijn zodat condensvorming wordt
voorkomen.
(3) De buigzaamheidsradius van de koelleiding moet 10 cm of meer zijn.
Voorzichtig:
Gebruik isolatie van de juiste dikte. Te dikke isolatie veroorzaakt plaatsgebrek
achter de binnenunit en te dunne isolatie kan leiden tot condensvorming.
6.2. Optrompen
• De belangrijkste oorzaak van gaslekken is een fout bij het optrompen.
Voer het optrompen op de volgende manier correct uit.
6.2.1. Leidingen snijden
[Fig. 6-3] (P.4)
a Koperen leidingen
b Goed
c Niet goed
d Scheef
e Ongelijk
f Bramen
• Snijd dme koperen leiding recht af met een pijpsnijder.
Minimale
Dikte van
Isolatie-
muurdikte
isolatie
materiaal
0,8 mm
8 mm
0,8 mm
8 mm
0,8 mm
8 mm
0,8 mm
8 mm
Heat resisting
foam plastic
0,8 mm
8 mm
0,045 specific
0,8 mm
8 mm
gravity
0,8 mm
8 mm
1,0 mm
8 mm
0,8 mm
8 mm
1,0 mm
8 mm
6.2.2. Bramen verwijderen
[Fig. 6-4] (P.4)
a Braam
b Koperen buis/leiding
c Opruimer
d Pijpsnijder
• Verwijder zorgvuldig alle bramen uit de doorsnede van de buis/leiding.
• Houd het uiteinde van de buis/leiding naar beneden om te voorkomen dat kopervijlsel
in de leiding vallen.
6.2.3. Moeren bevestigen
[Fig. 6-5] (P.4)
a Optrompmoer
b Koperen leiding
• Verwijder de optrompmoeren die aan de binnen- en buitenunit zijn bevestigd en
bevestig deze aan de buis/leiding nadat de bramen zijn verwijderd.
(Het is niet mogelijk deze na het optrompen te bevestigen.)
• Gebruik de flensmoer die aan dit binnenapparaat is bevestigd.
6.2.4. Optrompen
[Fig. 6-6] (P.4)
a Trompgereedschap
b Matrijs
c Koperen leiding
d Optrompmoer
e Span
• Gebruik optrompgereedschap voor het optrompen (zie hieronder).
A (mm)
Leidingdiameter
Bij het gebruik van het
(mm)
gereedschap voor R32/R410A
Type koppeling
6,35
0 – 0,5
9,52
0 – 0,5
12,7
0 – 0,5
15,88
0 – 0,5
Houd de koperen leiding stevig vast in de matrijs met de maat uit bovenstaande tabel.
• In het geval dat de koelleidingen na loskoppeling opnieuw moeten worden
aangesloten, vervaardig dan het flensgedeelte van de leiding opnieuw.
6.2.5. Controleren
[Fig. 6-7] (P.4)
a Rondom glad
b Binnenkant glimt overal, zonder krassen. g Gebarsten
c Rondom even lang
d Te veel
e Scheef
• Vergelijk de opgetrompte leiding met de afbeelding rechts.
• Snijd het opgetrompte stuk af en tromp de leiding opnieuw op wanneer deze on-
deugdelijk is opgetrompt.
• In het geval dat de koelleidingen na loskoppeling opnieuw moeten worden
aangesloten, vervaardig dan het flensgedeelte van de leiding opnieuw.
6.3. Leidingen aansluiten
[Fig. 6-8] (P.4)
• Breng een dun laagje koelolie aan op het verbindingsvlak van de leiding.
• Voor de aansluiting moet u eerst het midden uitlijnen. Vervolgens draait u de
optrompmoer 3 tot 4 slagen aan.
• Gebruik de onderstaande tabel met aandraaimomenten als richtlijn voor het
verbindingspunt op de aansluitzijde van de binnenunit en draai de aansluiting vast
met twee sleutels. Wanneer u een optrompmoer te stevig aandraait, kan dit het
getrompte deel beschadigen.
Afmetingen
+0
B
(mm)
-0,4
9,1
13,2
16,6
19,7
f Kras op het opgetrompte vlak
h Ongelijk
i Voorbeelden van ondeugdelijk optrompen
73

Publicidad

loading