9. Proefdraaien
[Uitvoerpatroon B] Fouten gesignaleerd door een andere eenheid dan het binnenapparaat (buitenapparaat enz.)
Draadloze afstandsbediening
Een pieptoon klinkt/het OPERATION INDICATOR
lampje knippert (een aantal malen)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
*1 Als er na de eerste twee pieptonen om de ontvangst van het zelfcontrole-startsignaal te bevestigen niet nogmaals een pieptoon klinkt en als het OPERATION
INDICATOR lampje niet oplicht, zijn er geen foutmeldingen.
*2 Als er na de eerste twee pieptonen om de ontvangst van het zelfcontrole-startsignaal te bevestigen nog driemaal achtereen een korte pieptoon klinkt, "piep,
piep, piep" (0,4 + 0,4 + 0,4 sec.), is het gekozen koelingsadres niet juist.
• Over de draadloze afstandsbediening
Er klinkt een aanhoudende zoemer van het ontvangstgedeelte van het binnenapparaat.
Knipperen van het werkingslampje
• Over de draadloze afstandsbediening
Contolecode aangegeven op het LCD-scherm.
• Als het apparaat niet naar behoren werkt nadat het hierboven beschreven proefdraaien is uitgevoerd, volgt u de aanwijzingen in de volgende tabel om het probleem te
verhelpen.
Afstandsbediening met snoer
EVEN GEDULD A.U.B.
EVEN GEDULD A.U.B. → Fout-
code
Er verschijnen geen aanduidingen
wanneer de hoofdschakelaar AAN
wordt gezet (en het werkingsla-
mpje licht niet op).
Onder de bovengenoemde omstandigheden zal de draadloze afstandsbediening het volgende te zien geven.
• Geen enkel signaal van de afstandsbediening heeft enig effect.
• Het OPE werkingslampje knippert.
• De zoemer maakt een kort ping-geluid.
Opmerking:
Bediening zal niet mogelijk gedurende ongeveer 30 seconden na het annuleren van de functiekeuze. (Juiste werking)
Een beschrijving van de LED-lampjes (LED1, 2, 3) op de regeleenheid van het binnenapparaat vindt u in de volgende tabel.
LED 1 (voeding voor de microcomputer)
LED 2 (voeding voor de afstandsbediening)
LED 3 (communicatie tussen het binnen- en het buitenapparaat)
9.3. FUNCTIE AUTO RESTART
Bedieningskaart van binnenunit
Dit model is uitgerust met de functie AUTO RESTART (automatisch opnieuw star-
ten).
De werkingsmodus, ingestelde temperatuur en de ventilatorsnelheid worden opge-
slagen op de besturingskaart van binnenunit als de binnenunit wordt bediend met de
afstandsbediening. De functie Auto Restart wordt ingeschakeld zodra de stroom-
toevoer na een stroomstoring is hersteld. De unit start dan automatisch opnieuw op.
Stel de functie AUTO RESTART (automatisch opnieuw starten) in met de draadloze
afstandsbediening. (Functie nr.1).
Communicatiefout binnen/buitenapparaat (Verzendingsfout) (Buitenapparaat)
Onderbreking vanwege overstroom compressor
Onderbreking/kortsluiting in thermistors buitenapparaat
Onderbreking vanwege overstroom compressor (met compressor geblokkeerd)
Abnormaal hoge uitstroomtemperatuur/ 49C gewerkt/ onvoldoende koelmiddel
Abnormaal hoge druk (63H gewerkt)/ Beveiliging tegen oververhitting
Abnormale temperatuur van de koelvinnen
Ter beveiliging ventilator buitenapparaat gestopt
Onderbreking vanwege overstroom compressor/ Abnormale voedingstoestand
Abnormale oververhitting door te lage uitstroomtemperatuur
Abnormaal verschijnsel zoals te hoge spanning of abnormaal synchroon signaal
naar hoofdcircuit/ Stroomsensorfout
–
–
Andere fouten (Zie de technische handleiding voor het buitenapparaat)
Symptoom
LED 1, 2 (Circuitpaneel in buitenapparaat)
Nadat LED 1, 2 oplichtten is LED 2
Ongeveer 2 minuten
gedoofd en blijft alleen LED 1 branden.
lang na het inschakelen
(Juiste werking)
Alleen LED 1 brandt. → LED 1, 2
Wanneer er na het in-
knipperen.
schakelen ongeveer 2
minuten zijn verstreken
Alleen LED 1 brandt. → LED 1, 2
knipperen tweemaal en LED 2 knippert
eenmaal.
Geeft aan of er stroom voor de bediening wordt geleverd. Let op dat dit LED-lampje altijd brandt.
Geeft aan of er stroom aan de afstandsbediening wordt geleverd. Dit LED-lampje licht enkel op
wanneer het binnenapparaat is verbonden het het koelingsadres "0" voor het buitenapparaat.
Geeft aan hoe de communicatie tussen het binnen- en het buitenapparaat verloopt. Let op dat dit
LED-lampje altijd brandt.
Symptoom
• Na inschakelen zal het apparaat ongeveer 2 minuten lang
nog niet op de afstandsbediening reageren, omdat het
bezig is met de systeemstart. (Juiste werking)
• De aansluiting voor beveiliging van het buitenapparaat is
niet aangesloten.
• Omgekeerde fase of open-fase bedrading in het stroom-
voorzieningsaansluitblok (L1, L2, L3) van het buitenapparaat.
• Onjuiste aansluitingen tussen het binnenapparaat en het
buitenapparaat (onjuiste polariteit van S1, S2, S3)
• Kortsluiting in de afstandsbedieningsdraad
Opmerking
Voor nadere details controleert u
de LED aanduidingen op het
buitenapparaat-regelpaneel.
Oorzaak
79