14.27 Na langere bedrijfspauzes (bijv.
winterpauze)
● Accuspanning controleren. Als de
minimumspanning niet wordt bereikt,
de accu nog vóór het inbouwen met een
acculader volledig opladen.
Minimumspanning: 11,5 V
● Accu plaatsen en aansluiten. (
● Controleer de bandenspanning op alle
wielen. (
14.9)
● Controleer het brandstofpeil en tank
indien nodig bij.
● Eventueel de motorolie verversen.
(
14.14)
● Controleer de inhoud van de motorolie
en vul eventueel motorolie bij.
(
14.13)
15. Transport
Kans op letsel!
Lees voor het transport het
hoofdstuk "Voor uw veiligheid", in
het bijzonder de paragraaf
"Transport van de zitmaaier"
zorgvuldig door en volg de
instructies op. (
4.), (
Laadhellingen langzaam en zeer
voorzichtig oprijden en erop letten u
met de wielen niet over de zijkant
van de laadhellingen geraakt –
Gevaar op vallen!
Wijzig de snelheid of de richting
niet abrupt.
Bij transport op de openbare weg
mag het apparaat uitsluitend met
behulp van een geschikt voertuig of
een geschikte aanhanger worden
getransporteerd! Niet wegslepen!
0478 193 9905 B - NL
● Voor het laden hoogste snijstand
kiezen. (
● Bij het gebruik van een aanhangwagen
deze aan de voorzijde ondersteunen
om te voorkomen dat deze onder het
gewicht van het apparaat omhoog
klapt.
● Gebruik voor het laden een geschikte
hefvoorziening of aangepaste stabiele
14.20)
laadhellingen die voldoende breed zijn.
● Laadhellingen stevig plaatsen en
bevestigen, wielstand en spoorbreedte
van de zitmaaier in acht nemen. (
● Verdeel de last gelijkmatig over de
aanhanger.
● Na het laden laagste snijstand kiezen.
(
12.6)
● Verbrandingsmotor uitschakelen.
(
12.3)
● Schuif het apparaat zover naar voor dat
de bumper de voorwand van de
aanhanger of voertuig raakt.
● Handrem aantrekken. (
● Brandstofkraan sluiten. (
● Zet het apparaat met behulp van
geschikte bevestigingsmiddelen
(gordels, kabels enz.) aan de voorste
4.3)
bumper tegen de voorste wand van de
aanhanger of voertuig en borg deze.
● Plaats vervolgens wiggen (niet
meegeleverd) onder de wielen, zodat
onbedoeld wegrollen kan worden
vermeden.
16. Standaard
reserveonderdelen
Maaimes:
6140 702 0100
12.6)
21.)
8.10)
14.15)
Mesbout:
9010 345 2430
Veerring:
0000 702 6600
De bevestigingselementen van het
maaimes (bijvoorbeeld de
mesbout) moeten bij het
verwisselen of monteren van een
mes worden vervangen.
Vervangingsonderdelen zijn bij de
STIHL vakhandelaar verkrijgbaar.
17. Accessoires
Voor het apparaat zijn nog meer
accessoires verkrijgbaar.
Voor nadere informatie verwijzen wij u
naar uw STIHL vakhandelaar, het internet
(www.stihl.com) of de STIHL catalogus.
Om veiligheidsredenen mag u bij dit
apparaat uitsluitend door STIHL
goedgekeurde accessoires
gebruiken.
18. Milieubescherming
Grasafval hoort niet in de
vuilnisbak, maar moeten
worden gecomposteerd.
De verpakkingen, het apparaat
en de accessoires zijn van
recyclebaar materiaal gefabriceerd en
moeten overeenkomstig worden verwerkt.
Door materiaalresten afzonderlijk en
milieubewust te verwerken, ondersteunt u
het hergebruik van waardevolle stoffen.
Daarom moet het apparaat na afloop van
de gebruikelijke levensduur als bijzonder
afval worden verwerkt.
227