3.3 Set up
Zorgt voor het instellen en regelen van een serie extra parame-
ters voor een betere en meer nauwkeurige controle van het las-
systeem. De instelling van de parameters is afhankelijk van het
geselecteerde lasproces en hebben een numerieke codering.
Beginnen met de set up: door de codeerknop 5 seconde in
te drukken.
Selectie en instelling van de gewenste parameters: door de
codeerknop te draaien totdat de numerieke code voor de para-
meter weergegeven wordt. Als de codeerknop op dat moment
wordt ingedrukt wordt de ingestelde waarde voor deze parame-
ter weergegeven en ingesteld.
Set up verlaten: om het gedeelte 'regeling' te verlaten de
codeerknop opnieuw indrukken.
Om de set up te verlaten: ga naar parameter "O" (opslaan en
afsluiten) en druk op de codeerknop.
3.3.1 WF...Classic
Lijst parameter set up (MIG/MAG)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te ver-
laten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
3
Draadsnelheid
Maakt de regeling mogelijk van de snelheid van de
draadtoevoer.
Minimaal 0.5 m/min., maximaal 22 m/min., fabrieksin-
stelling 1.0m/min
7
Voltage
Maakt de regeling mogelijk van de lasboog.
Maakt de regeling mogelijk van de lengte van de boog
tijdens het lassen.
Hoog voltage = lange boog
Laag voltage = korte boog
Minimum 5V, maximum 55.5V
10
Voor gas
Om de gasstroom vóór de ontsteking van de boog in te
stellen en te regelen.
Om de toorts met gas te vullen en de werkplek gereed
te maken voor het lassen.
Minimaal uit, maximaal 25 sec., fabrieksinstelling 0.1 sec.
11
Soft start
Om de draadsnelheid in te stellen en te regelen vóór u
de boog ontsteekt.
Uitgedrukt in %van de ingestelde draadsnelheid.
Voor een ontsteking met lagere snelheid en dus soepe-
ler en m et minder spetters.
Minimaal 10%, maximaal 100%, fabrieksinstelling 50%
12
Motor opbouw
Voor een geleidelijke overgang van de draadsnelheid bij
ontsteken en lassen.
Minimaal uit, maximaal 1.0 sec., fabrieksinstelling uit
15
Terug branden
Voor de regeling van de tijd dat de draad brandt waar-
door vastplakken aan het einde van het lassen wordt
voorkomen.
Voor de regeling van de lengte van het stuk draad bui-
ten de toorts.
Minimaal -2.00, maximaal +2.00, fabrieksinstelling syn
16
Na gas
Voor het instellen en regelen van de gastoevoer na het
lassen.
Minimaal uit, maximaal 10 sec., fabrieksinstelling 2 sec.
146
30
Puntlassen
Voor het activeren van het proces puntlassen en om de
lastijd te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
31
Pauze punt
Voor het activeren van het proces "pauze punt" en om een
rusttijd tussen een las en de volgende las te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
202
Inductantie (weerstand bij wisselstroom)
Maakt het regelen mogelijk van de weerstand van het
las circuit.
Maakt het mogelijk een snellere of langzamere boog te
krijgen door de bewegingen van de lasser en de natuur-
lijke las instabiliteit te compenseren.
Lage weerstand = terugwerkende boog (meer spetters)
Hoge weerstand = minder terugwerkende boog (min-
der spetters).
Minimaal -30, maximaal +30, fabrieksinstelling syn
500
XE (eenvoudige modus)
Niet gebruikt
XA (gevorderde modus)
Handmatige las methode.
Maakt de handmatige instelling en regeling mogelijk
van iedere individuele las parameter.
XP (professionele modus)
Maakt de handmatige instelling en regeling mogelijk
van iedere individuele las parameter.
Maakt het mogelijk gebruik te maken van een serie
voorinstellingen die beschikbaar zijn in het geheugen
van het systeem.
Het is toegestaan de originele instellingen die het sys-
teem voorstelt te veranderen of te corrigeren.
Maakt de toegang mogelijk tot hogere instelling
niveaus:
USER:
gebruiker
SERV:
service
SELCO:
Selco
551
Blokkeer/deblokkeer
Maakt het mogelijk de controle knoppen op het paneel
te blokkeren en een bescherm code in te voeren ( raad-
pleeg het gedeelte Blokkeer / deblokkeer).
705
Afstelling weerstand circuit
Voor het kalibreren van het circuit.
Druk op de encoder om parameter 705 te openen.
Breng draadpunt en lasstuk elektrisch met elkaar in
contact.
Druk minstens 1 s op de toortsknop.
751
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
Maakt het mogelijk dat de methode om de lasstroom te
tonen wordt aan gezet.
752
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
Maakt het mogelijk dat de methode om het voltage te
tonen wordt aan gezet.
755
Gasstroom aflezen
Maakt het tonen van de werkelijke waarde van de gas-
stroom mogelijk.
760
Motorstroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de motorstroom.
3.3.2 WF...Smart
Lijst parameter set up (MIG/MAG)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te ver-
laten.