Verwijder de ondersteuning (3 schroeven) van de unit en duw het lucht-
filter omlaag.
3.1.6 Prestatiecurve van de ventilator
Deze units bieden drie opties voor de installatie: omstandigheden met hoge statische druk, met standaard statische druk of met lage statische druk in
elke specifieke installatie, zoals hieronder aangegeven in de prestatiecurve van de ventilator. Nadat u de statische druk heeft geselecteerd, sluit u de
binnenmotor aan zoals aangegeven.
RPI-2.0
Luchtdoorvoer (m³/min)
RPI-4.0
Luchtdoorvoer (m³/min)
O P M E R K I N G
"●": Nominaal punt
"*": Standaard zuigfilter
Luchtfilter
RPI-2.5
RPI-5.0
5
PmmL0230A rev.1 - 06/2011
3.1.5 Richting van luchtaanzuiging veranderen
Inlaatluchtstroom
Ê
Achterklep
Voor de units rPI-2.0-6.0FSN2E, kunt u de richting van de luchtaanzui-
ging veranderen door de richting van de achterklep te wijzigen. Zie het