9.
OPSPOREN EN OPLOSSEN VAN STORINGEN
LET OP!
Verzeker u ervan, voordat u het deksel van het klemmenbord opent, of de elektrische
voeding is uitgeschakeld.
De gepompte vloeistof kan een zeer hoge temperatuur en druk hebben. Alvorens de
pomp te verwijderen of te demonteren, moet de installatie worden geleegd of moeten de
afsluiters aan beide zijden van de pomp worden gesloten.
STORINGEN
1. De pomp functioneert niet.
2. Ingreep van de automatische
motorschakelaar (springt
onmiddellijk bij inschakeling
van de voeding).
3. De motorschakelaar grijpt zo
nu en dan in.
NEDERLANDS
Foutcondities
CONTROLES
(mogelijke oorzaken)
A. Onderbreking van de
elektrische voeding.
B. Doorgebrande zekeringen of de
motorbeveiliging heeft
ingegrepen.
C. Defect in het stuurstroomcircuit.
D. Defect in de contacten van de
motorschakelaar of de
magneetspoel.
A. Zekeringen doorgebrand.
B. Aansluiting van de kabels los of
defect.
C. Motorwikkeling defect.
D. Mechanische blokkering van de
pomp.
E. Te lage instelling van de
automatische motorschakelaar.
A. Te lage instelling van de
automatische motorschakelaar.
B. Periodieke onderbreking van de
elektrische voeding.
C. Spanning zo nu en dan laag.
34
OPLOSSINGEN
A. Schakel de elektrische voeding
weer in.
Ga na of de kabels en de
bijbehorende aansluitingen goed
zijn en niet loszitten.
B. Ga na of de kabels en de
bijbehorende aansluitingen geen
defecten vertonen, vervang dan
de zekeringen.
C. Repareer of vervang het
stuurstroomcircuit.
D. Vervang de contacten van de
automatische motorschakelaar,
de magneetspoel of de hele
automatische motorschakelaar.
A. Ga na of de kabels en de
bijbehorende aansluitingen geen
defecten vertonen, vervang dan
de zekeringen.
B. Ga na of de kabels en de
bijbehorende aansluitingen geen
defecten vertonen, vervang dan
de zekeringen.
C. Repareer of vervang de motor.
D. Schakel de voeding uit en reinig
of repareer de pomp.
E. Stel de motorschakelaar in op
basis van de nominale stroom
van de motor zelf (I
Zie het identificatieplaatje.
A. Zie 2. B
B. Zie 2. B
C. Ga na of de kabels en de
bijbehorende aansluitingen niet
defect zijn of loszitten. Controleer
of de voedingskabel van de pomp
de juiste doorsnede heeft.
).
1/1