NL
3.1.4 KEUZESCHAKELAAR AMPERAGE
Kies met de knop (Ref. 7 - Afb. 1 pag. 3) de voor het lassen beno-
digde stroomwaarde.
3.1.5 TIMER / SLOPE DOWN
(Ref. 8 - Afb. 1 pag. 3) Stelt de daaltijd in van 0 tot 6 seconden bij
de lasmethodes met 2 en 4 fasen. Stelt bij het puntlassen de tijd
van de laspunten in van 0,2 tot 6 seconden.
3.1.6 KEUZESCHAKELAAR PULSER / AC FREQUENTIE
(Ref. 9 - Afb. 1 pag. 3) In DC modus en in de 0 stand, levert
de generator gelijkstroom. De navolgende standen bepalen
de frequentie van de stroomimpulsen. In AC modus bepalen
dezelfde standen de frequentie van de wisselstroom.
3.1.7 AC/DC KEUZESCHAKELAAR
(Ref. 10 - Afb. 1 pag. 3) Keuze tussen gelijkstroom en wissel-
stroom.
3.1.8 BALANSREGELAAR
(Ref. 11 - Afb. 1 pag. 3) Regelt de verhouding tussen afbij-
ting en penetratie. Rotatie naar rechts doet de penetratie
toenemen, terwijl die naar links voor meer afbijting zorgt.
De tussenstand zorgt voor een goede afbijt-penetratie tus-
senoplossing.
3.1.9 SCHAKELAAR AAN/UIT
Deze schakelaar heeft twee standen: I = AAN - O = UIT.
3.1.10 STOPCONTACT KNOP LASBRANDER
Stopcontact (Ref. 12 - Afb. 1 pag. 3) voor het aansluiten
van de knop van de lasbrander.
3.1.11 AANSLUITSTUK GASUITLAAT
Verbind met dit aansluitstuk (Ref. 13 - Afb. 1 pag. 3) de gasslang
voor de elektrodenhoudende lasbrander en klem ze stevig vast.
ONDERHOUD
3.2
PANEEL ACHTERKANT
Wanneer deze twee aansluitingen niet correct zijn uitgevoerd kan dit tot kracht-
verlies en oververhitting leiden.
Steek in dit aansluitstuk (Ref. 16 - Afb. 2 pag. 4) de gasslang afkomstig van de
gasfles en klem ze stevig met een slangbeugel vast.
Figuur 2.
ALVORENS DE STEKKER IN HET STOPCONTACT TE
PRIMA DI INSERIRE LA SPINA DI ALIMENTAZIONE,
STEKEN EERST CONTROLEREN OF DE LIJNSPANNING
ONDE EVITARE LA ROTTURA DEL GENERATORE, CON-
OVEREENKOMT MET DE GEWENSTE VOEDING, TENEINDE
TROLLARE CHE LA TENSIONE DI LINEA CORRISPONDA
SCHADE AAN DE GENERATOR TE VOORKOMEN
ALL'ALIMENTAZIONE VOLUTA.
4.0 ONDERHOUD
OPGELET:
houdswerkzaamheden uit te voeren.
Wanneer het apparaat onder zware omstandigheden werkt moeten de onder-
houdsintervallen verkort worden.
Voer elke drie (3) maanden onderstaande werkzaamheden uit:
a.
Vervang onleesbare etiketten.
b.
Reinig de laskoppen en zet ze stevig vast.
c.
Vervang beschadigde gasslangen.
d.
Repareer of vervang beschadigde voedings- en laskabels.
Voer elke zes (6) maanden onderstaande werkzaamheden uit:
a.
Maak de binnenkant van de generator stofvrij.s
b.
Doe dit vaker wanneer de werkomgeving zeer stoffig is.
(NL) 4
16
(esempio)
(Voorbeeld)
Haal de stekker uit het stopcontact alvorens onder-
NL