INSTALLATIE- EN BEDIENINGSHANDLEIDING
226
5.1.1. BEDIENINGSPROCEDURE VOOR KOELEN, VERWARMEN, DROGEN EN VENTILEREN
Voordat u het systeem in gebruik neemt:
−
Laat het systeem ongeveer 12 uur ingeschakeld voordat u het systeem start wanneer het gedurende een lange periode
uitgeschakeld was. Het systeem niet starten direct na aansluiting van de netvoeding: de compressor kan worden beschadigd
als deze niet voldoende is opgewarmd.
−
Zorg ervoor dat de buitenunit niet is bedekt door ijs of sneeuw. Verwijder in dat geval het ijs en de sneeuw met warm water
(niet warmer dan 50°C).
−
Indien de temperatuur van het water hoger is dan 50 °C kunnen de plastic componenten worden beschadigd.
1. Schakel de netvoeding in.
Er verschijnen drie verticale strepen op het LCD-scherm en op het LCD-scherm wordt A/C of VENTI weergegeven.
2. Druk op de schakelaar MODE.
Wanneer u herhaaldelijk op de schakelaar MODE drukt, verandert de indicator achtereenvolgens in COOL, HEAT, DRY en FAN
(bij een model voor uitsluitend koeling is de reeks COOL, DRY en FAN).
(In de afbeelding is de stand "COOL" geselecteerd.)
3. Druk op de schakelaar RUN/STOP.
De RUN-indicator (rood) gaat branden. Het systeem start automatisch.
OPMERKING:
Temperatuur, ventilatorsnelheid en richting jaloezieafsluiter instellen.
De instelling wordt na het eerste gebruik in het geheugen bewaard en hoeft niet elke dag opnieuw ingesteld te worden. Raadpleeg
het gedeelte "De temperatuur, ventilatorsnelheid en richting jaloezieafsluiter instellen" als de instellingen moeten worden gewijzigd.
4. Systeem uitschakelen (STOP)
Druk opnieuw op de schakelaar RUN/STOP. De RUN-indicator (rood) brandt niet. Het systeem wordt automatisch stopgezet.
OPMERKING:
De ventilator kan ongeveer 2 minuten blijven werken nadat de verwarming is stopgezet.
5.1.2 TEMPERATUUR, VENTILATORSNELHEID EN RICHTING JALOEZIEAFSLUITER INSTELLEN
Raak de knop OK NIET aan.
−
De knop OK wordt alleen gebruikt voor onderhoud.
−
Wanneer u per ongeluk op de knop OK drukt en de bedrijfsmodus verandert in de controlemodus, drukt u nogmaals
op de knop OK, houdt u deze ongeveer drie seconden ingedrukt en drukt u na 10 seconden opnieuw op deze knop.
−
De normale bedrijfsmodus wordt vervolgens weer hersteld.
De temperatuur instellen
U stelt de te;perqtuur in door te drukken op de knop TEMP of .
−
−
De temperatuur wordt verhoogd met 1 °C wanneer u op de knop drukt (max. 30 °C).
−
De temperatuur wordt verlaagd met 1 °C wanneer u op de knop drukt (min. 19 °C voor de standen COOL, DRY en FAN; min.
17 °C voor stand HEAT). (In de afbeelding is de temperatuur ingesteld op 28 °C).
Ventilatorsnelheid instellen
−
Druk op de schakelaar FAN SPEED.
−
Wanneer u herhaaldelijk op de knop FAN SPEED drukt, verandert de indicator achtereenvolgens in HIGH, MEDIUM en LOW.
−
Stel de ventilatorsnelheid voor normaal gebruik in op HIGH.
(In de afbeelding is de ventilatorsnelheid ingesteld op MED.)
OPMERKING:
In de stand DRY wordt de ventilatorsnelheid automatisch ingesteld op LOW, en kan in dit geval niet worden gewijzigd (bij de indicatie
wordt echter de huidige instelling getoond).
De richting van de jaloezieafsluiter instellen
Druk op de knop SWING LOUVER: de stand van de jaloezieafsluiter begint te veranderen. Druk nogmaals op de
knop om de positie van de jaloezie vast te zetten.
Wanneer u herhaaldelijk op deze knop drukt, herhaalt de jaloezieafsluiter de cyclus van stoppen en kantelen.
Vaste positie
De indicator geeft de richting van de luchtstroom aan.
Automatische kantelpositie
De indicator beweegt voortdurend, overeenkomstig de stand van de jaloezieafsluiter.
OPMERKING:
In de verwarmingsstand wordt de hoek van de afsluiter automatisch gewijzigd.
5.1.3. BEDIENINGSPROCEDURE VOOR VENTILATIE
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de totale warmtewisselaar is aangesloten.
Als de onderstaande procedures worden uitgevoerd zonder dat de totale warmtewisselaar is aangesloten, knippert de indicator
NO FUNCTION (GEEN FUNCTIE) gedurende 5 seconden.
Ventilatie
Druk op de knop VENTI
Wanneer u herhaaldelijk op de knop VENTI drukt, verandert de indicator achtereenvolgens in A/C, VENTI en A/C+VENTI.
(In de afbeelding wordt de instelling A/C + VENTI getoond).
OPMERKING:
Neem contact op met uw HITACHI-distributeur of -dealer voor meer informatie.
Wanneer de bedrijfsmodus wordt veranderd in VENTI tijdens afzonderlijke werking van de airconditioner, wordt de airconditioner
stopgezet. Wanneer de bedrijfsmodus wordt gewijzigd in A/C tijdens afzonderlijke werking van de totale warmtewisselaar,
wordt de totale warmtewisselaar stopgezet.
5.1.4. BEDIENINGSPROCEDURE VOOR AUTOMATISCHE KOELING/VERWARMING
De automatische koeling/verwarming moet worden ingesteld met de optionele functie. Neem contact op met uw HITACHI-distributeur
of -dealer voor meer informatie. Met deze functie kan de bedrijfsmodus (koeling of verwarming) automatisch worden gewijzigd
overeenkomstig het temperatuurverschil tussen de ingestelde temperatuur en de temperatuur van de aangezogen lucht.
Als de temperatuur van de aangezogen lucht 3 °C hoger is, gaat het apparaat over op de stand COOL. Wanneer de temperatuur 3 °C lager
is dan de ingestelde temperatuur, wordt de bedrijfsmodus gewijzigd in HEAT (verwarming).
OPMERKING:
Als het systeem werkt op een lage ventilatorsnelheid, zorgt de beveiligingsinstallatie ervoor dat het systeem regelmatig wordt
stopgezet. Stel in dat geval de ventilatorsnelheid in op HIGH of MED.
Als de buitentemperatuur hoger is dan ongeveer 21 °C, is de verwarming niet beschikbaar.
Het temperatuurverschil tussen koeling en verwarming is vrij groot wanneer u deze functie gebruikt. Daarom kunt u deze functie niet
gebruiken voor de airconditioning van een ruimte waarin de temperatuur en luchtvochtigheid nauwkeurig moeten worden geregeld.
PMML0197_r0_04-10.indb 226
LET OP
ATTENTIE
ATTENTIE
08/07/2010 9:24:45