5. Maak de klembanden van het vuilreser-
voir los.
6. Verwijder het bovenste deel van het vuil-
reservoir aan de handgreep.
7. Verwijder het schuimelement uit het on-
derste deel van het vuilreservoir.
8. Verwijder de zeefmand met het micro-
vlies.
9. Verwijder het microvlies uit de zeef-
mand.
10.Het microvlies conform de wettelijke be-
palingen afvoeren.
11.Plaats het nieuwe microvlies.
12.Let er bij het plaatsen van het bovenste
deel van het vuilreservoir op dat de vlot-
terbal in de bijbehorende geleiding wordt
geplaatst.
WAARSCHUWING
Ondeskundig gebruik bij het vergrende-
len van het vuilreservoir
Gevaar voor beknelling
Tijdens de vergrendeling in geen geval de
handen tussen het vuilreservoir en de filter-
ring houden of in de buurt van het hijsme-
chanisme brengen.
Het vuilreservoir door het bedienen van de
beugelgreep met beide handen vergrende-
len.
Afbeelding E
LET OP
Statische oplading van het vuilreservoir
In brand vliegen van stof
Zorg ervoor dat de aarding aan het onder-
stel contact heeft met het vuilreservoir.
13.Het vuilreservoir in omgekeerde volgor-
de plaatsen en met de beugelgreep ver-
grendelen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Per ongeluk opstarten van het apparaat/
elektrische schok
Per ongeluk opstarten van de zuigmotor
kan letsel veroorzaken. Spanning op elek-
trische delen kan een elektrische schok
veroorzaken.
Schakel het apparaat vóór alle werkzaam-
heden uit en trek het netsnoer uit.
Laat alle controles en werkzaamheden aan
elektrische delen door een vakman uitvoe-
ren.
Instructie
Als er een storing optreedt, moet het appa-
raat onmiddellijk worden uitgeschakeld. De
storing moet worden verholpen voordat het
apparaat weer in bedrijf wordt gesteld.
Als de storing niet kan worden verholpen,
moet het apparaat door de klantenservice
worden gecontroleerd.
Zuigturbine start niet
1. Het stopcontact en de zekering van de
stroomvoorziening controleren.
2. Het netsnoer en de netstekker van het
apparaat controleren.
3. Het apparaat inschakelen.
Zuigkracht neemt af
1. De ongesloten zuigslangaansluiting af-
sluiten (zie hoofdstuk Zuigslangaanslui-
ting afsluiten).
2. De verstoppingen uit de zuigmond, de
zuigbuis of de zuigslang verwijderen.
3. De zuigkop en het vuilreservoir op goe-
de plaatsing controleren.
4. Het vuilreservoir legen (zie hoofdstuk
Vuilreservoir legen).
5. De filterzitting controleren en zo nodig
corrigeren.
6. De zuigkop vervangen (zie hoofdstuk
Hoofdfilter vervangen).
7. Het microvlies vervangen (zie hoofdstuk
Microvlies vervangen).
8. De toestand van de inerte vloeistof con-
troleren.
a Het vulniveau van de inerte vloeistof
controleren, indien nodig inerte vloei-
stof bijvullen (zie hoofdstuk Vuilreser-
voir vullen met inerte vloeistof).
b Controleer de kwaliteit van de inerte
vloeistof, vervang de inerte vloeistof
indien nodig (zie hoofdstuk Laat de in-
erte vloeistof uit het vuilreservoir weg-
lopen en hoofdstuk Vuilreservoir
vullen met inerte vloeistof).
Zuigkracht niet aanwezig
Nederlands
67