Gebruiksaanwijzing
•
Wanneer de airconditioner is ingeschakeld, drukt u op de
timerknop en selecteert u de gewenste uitschakeltijd met behulp
van de temperatuurknoppen.
•
De uitschakeltijd kan worden ingesteld tussen 0 en 24 uur.
Water afvoeren
•
Wanneer u het apparaat lange tijd hebt gebruikt en voordat u het
opslaat, moet u het opgehoopte water afvoeren. Bereid een
geschikte locatie of bak voor om het water op te vangen.
Verwijder vervolgens de rubberen stop uit het afvoergat aan de
onderkant van het apparaat. Het water loopt nu uit het apparaat.
Als er geen water meer uit het apparaat loopt, kunt u de
afvoerstop aanbrengen.
•
Je kunt een afvoerslang aansluiten, zodat het water continu wordt
afgevoerd. Verwijder de rubberen stop en sluit een geschikte
slang aan. Deze slang moet naar buiten of naar een geschikte
afvoer worden geleid. Houd er rekening mee dat het water naar
beneden stroomt en nooit omhoog.
Alarmfunctie voor vol intern waterreservoir
•
Het waterreservoir in de airconditioner is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar om het waterpeil te controleren. Wanneer
het waterpeil een verwachte hoogte bereikt, gaat er een lampje
branden om aan te geven dat het waterreservoir vol is. Voer de
bovenstaande stappen uit om het water af te voeren.
24
INSTALLATIE
•
De airconditioner moet op een vlakke en stabiele ondergrond
worden geplaatst. Blokkeer de luchtuitlaat niet en laat minstens
30 cm rond het apparaat vrij.
•
De bedrading van stopcontacten moet voldoen aan de
plaatselijke elektrische veiligheidsvoorschriften.
Uitlaatslang installatie
•
Draai beide uiteinden van de heteluchtuitlaatslang(9) in het
uiteinde van de slangaansluiting voor het raam(8) en het uiteinde
van de slangaansluiting voor de airconditioner(10).
•
Steek het slanguiteinde (10) van de airconditioner in de opening
aan de achterkant van de airconditioner.
•
Bevestig de slangaansluiting (8) voor het raam op de
dichtstbijzijnde vensterbank.