Sta nooit recht onder het toestel wanneer u het monteert, verwijdert of schoonveegt. Laat het toestel
controleren door een geschoolde technicus voor u het in gebruik neemt en laat het 1 x per jaar
volledig nakijken.
Installeer dit toestel op een plaats waar niemand langs moet lopen, kan neerzitten of het toestel kan
aanraken.
Een degelijke praktijkervaring is vereist voor de plaatsing van dit toestel. U moet de
maximumbelasting van de draagconstructie kunnen berekenen, weten welk constructiemateriaal u
kunt gebruiken en u moet het gebruikte materiaal en het toestel af en toe laten nakijken. Monteer
het toestel niet zelf indien u er geen ervaring mee heeft. Een slechte montage kan leiden tot
verwondingen.
Verwijder alle brandbaar materiaal in een straal van 0,5 m rond het toestel.
Een geschoolde elektricien moet het toestel aansluiten.
Sluit het toestel via de stekker aan op het lichtnet. Sluit het niet aan op een dimmerpack.
De installatie moet voor het eerste gebruik gekeurd worden door een expert.
DMX512-aansluiting
Indien van toepassing, sluit een XLR-kabel aan de vrouwelijke 3-pin XLR-uitgang van een controller
(niet meegelev.) en de andere kant van de mannelijke 3-pin XLR-ingang [4] van de VDPL300CB. U
kunt verscheidene VDPL300CB's aan elkaar koppelen met behulp van een seriële koppeling. Gebruik
daarvoor een 2-aderige afgeschermde kabel met XLR ingang- en uitgangsaansluitingen.
De maximaal aanbevolen kabellengte is 500 meter, het aanbevolen maximumaantal toestellen op
eenzelfde aansluiting is 32.
Een DMX eindweerstand is aanbevolen als de DMX-kabel vrij lang is of wordt gebruikt in een
omgeving met veel elektrische ruis (bv. een discotheek). De eindweerstand voorkomt corruptie van
het digitale controlesignaal door elektrische ruis. De DMX eindweerstand is niets meer dan een XLR-
stekker met een weerstand van 120 Ω van pin 2 naar 3. Deze XLR-stekker wordt dan aangesloten op
de XLR-uitgang [5] van het laatste toestel in de reeks.
7.
Gebruik
De VDPL300CB kan in verschillende modi gebruikt worden:
standalone: automatisch of met muzieksturing
master/slave
met DMX512-sturing.
7.1
Het bedieningspaneel
Bedien het paneel met behulp van de vier toetsen [2] onderaan de display [1]. Van links naar rechts:
Toets
<MENU>
<UP>
<DOWN>
<ENTER>
De geselecteerde menufunctie wordt op de display weergegeven. De display geeft ook de
eerstvolgende menuoptie onder de functie weer. Selecteer een menuoptie met <ENTER>.
Scroll doorheen het menu met <UP> en <DOWN>. Selecteer de menufunctie met <ENTER> en druk
op <MENU> om naar het hoofdmenu terug te keren zonder de waarde te hebben gewijzigd.
7.2
Standalone
In autonome modus draait het toestel één van de ingebouwde programma's: automatisch of
geluidsgestuurd.
Om het toestel in autonome modus (stand-alone) te plaatsen:
1.
Sluit niets aan op de DMX-ingang [4] van het toestel.
2.
Druk op <MENU> tot <AXX> op de display verschijnt en druk op <ENTER>.
3.
Gebruik de <UP> en <DOWN> toetsen om een ingebouwd programma te selecteren:
Van
A11
A21
V. 01 – 22/10/2014
Functie
toegang tot het menu of terugkeer naar het vorige menu
scroll door de verschillende menuopties in stijgende volgorde
scroll door de verschillende menuopties in dalende volgorde
selectie en bevestiging van een optie
Tot
Omschrijving
A19
Rode lichten aan, motor roteert van snel naar traag
A29
Groene lichten, motor roteert van snel naar traag
VDPL300CB
10
©Velleman nv