Opmerkingen bij/voor het
gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
■
NoFrost systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
Als de deur na het sluiten niet direct
■
weer geopend kan worden, dient u
even te wachten tot de ontstane
onderdruk is opgeheven.
De voorzijden en zijwanden van de
■
behuizing worden deels licht
verwarmd.Dit voorkomt vorming van
condenswater.
Instellen van
de temperatuur
Afb. $
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van +2 °C
tot +8 °C.
1. Keuzetoets 10 net zo lang indrukken
tot de indicatie koelruimte 1
geactiveerd is.
2. Toetsen „+/–" 11 net zo vaak
indrukken tot de gewenste
temperatuur wordt aangegeven.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
hyperFresh-compartiment
De temperatuur is instelbaar van –1 °C
tot 3 °C.
1. Keuzetoets 10 net zo lang indrukken
tot de indicatie hyperFresh 4 is
geactiveerd.
2. Toetsen +/- net zo vaak indrukken tot
de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
Vriescompartiment
De temperatuur is instelbaar van -16 °C
tot -24 °C.
1. Selecteer het vriescompartiment met
de compartment-toets.
2. Druk de toetsen +/- net zo vaak in tot
de gewenste temperatuur wordt
aangegeven.
Speciale functies
Afb. $
Eco-modus
Met de Eco-modus schakelt u het
apparaat op energiebesparend gebruik
om.
Inschakelen:
Druk op de eco-toets.
Het apparaat stelt automatisch de
volgende temperaturen in:
Koelcompartiment: +8 °C
■
hyperFresh-compartiment: +3 °C
■
Diepvriescompartiment: –16 °C
■
Uitschakelen:
Druk op de eco-toets.
nl
73