Kiezen van het gewenste fragment met het CPS fragmentzoeksysteem
|
Vb: Zie (1). Kies "CPO3" voor het 3de fragment na de huidige positie van de band.
OPNAME
a)
Huidige positie van de band
2)
x
z
z
z
Bandlooprichting
Lo]
Le
>
|
al onderbreking Volgend | Voorgaand
"t' niet worden meegeteld indien
i
deze korter dan 4 sekonden is. Stel
in dat geval "CPO2" in plaats van
*CPO3" in om door te spoelen naar
|_het Se fragment.
(3)
Huidige positie van de band
(4)
|
ca
y
Bandlooprichting |
\
6} [oe]
®|le)}]Lo)]L\>
Volgend | Voorgaand
© Bij het drukken op de »m1 toets zal het
volgende fragment als nummer "1" worden
geteld. Bij het drukken op de '<< toets
is het spelende fragment echter nummer
""
2. De band spoelt nu door naar het begin
van het fragment dat het gekozen aantal
fragmenten
verder
ligt,
waarna
automatisch
op
weergave
wordt
overgeschakeld.
Opmerkingen aangaande het CPS
fragmentzoeksysteem
Het CPS systeem werkt door het tellen van
blanko passages van meer dan 4 sekonden
en neemt daarbij aan dat deze tussen
muziekfragmenten liggen. Hierdoor zal bij de
navolgende cassettes het CPS systeem
mogelijk niet naar behoren funktioneren.
® Als de intervallen tussen fragmenten niet
waarneembaar zijn:
— Intervallen van minder dan 4 sekonden
lengte.
— Veel ruis in het interval (b.v. opname
van
een
oude,
gekraste
grammofoonplaat
of een
slecht
ontvangen FM of AM zender.)
— Verschillende opname op het linker en
het rechter kanaal zoals bijvoorbeeld in
het geval
van
een
cassette
voor
taalstudie.
© Als gedeelten van de opname kunnen
worden
aangezien
voor
een
interval
tussen muziekfragementen:
— Zeer lange rustige passages (zoals b.v.
in klassieke muziek)
— Tijdelijke onderbrekening in b.v. een
redevoering of gesprek.
— Laag opnameniveau tengevolge van
b.v een langdurige "fade-out".
© Als de nummers op een cassete met een
"fade-out" worden beéindigd, zal het
systeem mogelijk sommige intervallen wel
en ander niet herkennen.
Voor een goede werking van het CPS
fragmentzoeksysteem wordt het aanbevolen
om tussen fragmenten een interval van
voldoende lengte aan te brengen met de
REC MUTE funktie.
RTZ (Return To Zero)
Nulspoelfunktie
Door op de RTZ toets te drukken zal de
band automatisch door- of terugspoelen naar
het 0000 punt van de bandteller.
De
bandtellerdisplay zal hierbij knipperen om aan
te geven
dat
de nulspoelfunktie
is
ingeschakeld.
Na het drukken op de RTZ toets begint de
band met door- of terugspoelen. Het spoelen
stopt zodra de bandteller het 0000 punt
heeft bereikt.
Opmerking:
Deze funktie werkt niet tijdens
opname, opnamepauze
of
opnamedemping (REC MUTE).
Starten van de weergave vanaf het 0000
punt
Druk tijdens het nulspoelen op de B of ~<¢
toets
afhankelijk
van
de
te spelen
cassettekant. Het deck zal nu slechts een
ogenblik stoppen op de bandtelleraanduiding
0000
en
vervolgens
automatisch
overschakelen op weergave in de gekozen
richting.
7
Opname met Deck | of Il (via de
LINE IN aansluitingen)
Opnemen van een stereo-installatie:
1. Zet de TIMER schakelaar in de "OFF"
stand.
. Schakel het toestel aan met de POWER
schakelaar.
Zet de REV MODE schakelaar in de
=>
stand als u een opname op beide
cassettekanten wilt maken.
* Zet de schakelaar in de <= stand
als u slechts één cassettekant wenst
op te nemen.
4, Plaats een
voor
opname
geschikte
cassette.
© Kontroleer of de wispreventielipjes in de
Tug van de cassette nog aanwezig zijn.
Bedek de uitsparingen met plakband
indien ze zijn weggebroken.
5. Kies
het
gewenste
Dolby
tuisonderdrukkingssysteem
met de
DOLBY NR (I of I!) schakelaar*.
* Deck | en Deck II hebben ieder hun
eigen DOLBY NR schakelaar. Let er
daarom op de schakelaar van het
betreffende deck te gebruiken.
. Kontroleer de bandlooprichting waarin u
de opname wenst te maken. Indien u de
opname
wenst
starten
in de
tegengestelde richting van de huidig
gekozen richting (aangegeven door de
oplichtende indikator), druk dan eerst op
de PAUSE toets en vervolgens op de
weergavetoets
van
de
andere
bandlooprichting.
7. Druk op de RECORD toets*; het deck
schakelt in de opnamepauzefunktie (de
PLAY
en
REC
indikators
zullen
knipperen).
* Bij gebruik van de afstandsbediening,
eerst op de PAUSE toets drukken en
vervolgens gelijktijdig op de twee
RECORD toetsen.
8. Regel het opnameniveau met de REC
LEVEL regelaar zodat de meters bij het
krachtigste opnamesignaal net het "+2
dB" punt bereiken
bij gebruik van
normale
of chroomcassettes.
Bij
metaalcassettes dient dit pickpunt op
"+5 db" te liggen.
Opmerking: Met gebruik van de ARLS
funktie (nadere uitleg volgt
verderop in de tekst) kan
het opnameniveau op zeer
eenvoudige wijze worden
ingesteld.
9. Stel de balans van het op te nemen
ingangssignaal in' met de BALANCE
regelaar.
10. Druk nogmaals op de PAUSE toets om
de opname te starten.
© Druk op de PAUSE toets als u de
opname tijdelijk wenst te onderbreken.
Druk nogmaals op de PAUSE toets of op
de weergavetoets om de opname weer
te hervatten.
en
2