draaien wanneer u aan de montage-
flens draait.
5. Plaats de spanmoer (18) op de beves-
tigingsas (20). Als de schijfhouder min-
der dan 5 mm dik is, moet de platte
kant van de spanmoer naar de slijp-
schijf gericht zijn. Als de schijfhouder
5 mm of dikker is, draai dan de span-
moer ondersteboven (zie Fig. A).
6. Houd de spilvergrendeling (12) inge-
drukt.
7. Draai aan de bevestigingsas (20), tot
de spindelvergrendeling de bevesti-
gingsas vergrendelt. Draai de span-
moer (18) weer vast met de spansleu-
tel (17). U kunt de spindelvergrende-
ling (12) loslaten.
Draadborstel monteren/
vervangen
Instructies
GEVAAR! Gevaar voor verwondin-
•
gen! Gebruik alleen door de fabrikant
aanbevolen inzetgereedschap.
• Draadborstel (niet meegeleverd)
• Schroefdraad: M14
• Schroefdraadlengte van slijpspil:
≤ 12 mm
• Gebruik alleen onbeschadigd inzetge-
reedschap.
Benodigde gereedschappen
• Steeksleutel (niet meegeleverd)
Procedure (Fig. H/I)
1. Houd de spilvergrendeling (12) inge-
drukt.
2. Draai aan de bevestigingsas (20), tot
de spindelvergrendeling de bevesti-
gingsas vastzet. Houd de spilvergren-
deling (12) verder ingedrukt.
3. Draai de draadborstel los met een
moersleutel. U kunt de spindelvergren-
deling (12) loslaten.
4. Plaats de gewenste draadborstel op
de bevestigingsas (20).
5. Houd de spilvergrendeling (12) inge-
drukt.
6. Draai de draadborstel op de bevesti-
gingsas (20). Draai de draadborstel
vast met behulp van de moersleutel. U
kunt de spindelvergrendeling (12) los-
laten.
Bedrijf
Werkinstructies
WAARSCHUWING! Gevaar
•
voor verwondingen! Gebruik zo moge-
lijk klemmen om het werkstuk op zijn
plaats te houden. Houd nooit een klein
werkstuk in de ene hand en het appa-
raat in de andere terwijl u het apparaat
gebruikt.
GEVAAR! Gevaar voor verwondin-
•
gen! Let erop, voldoende plaats om te
werken te hebben en andere personen
niet in gevaar te brengen.
• Stel de beschermkap zo op dat een
vonkenregen of geloste delen noch de
gebruiker noch omstaande personen
kunnen treffen.
De positie van de beschermkap moet
ook zodanig zijn dat de rondvliegende
vonken geen brandbare delen, waar-
onder omringende delen, ontsteken.
• Het inzetgereedschap mag niet met
een doorslijpstandaard worden ge-
bruikt.
• Schakel het apparaat alleen in als het
inzetgereedschap het werkstuk niet
raakt.
• Te veel druk vermindert de prestaties
van het elektrisch gereedschap en leidt
tot snellere slijtage van het inzetgereed-
schap.
NL
BE
87