Descargar Imprimir esta página

Dolmar ES-173 A Instrucciones De Manejo página 75

Ocultar thumbs Ver también para ES-173 A:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 86
uitvoert omdat de getande beugel niet kan worden
gebruikt.
- Bij het zagen met de onderrand van het zaagblad,
kan de elektrische kettingzaag in de richting van de
gebruiker worden geduwd. Om deze reden dient u
zo veel mogelijk de bovenrand van het zaagblad te
gebruiken. De elektrische kettingzaag wordt dan van
uw lichaam af geduwd. (zie afb. 15)
- Als het hout onder spanning staat (zie afb. 16),
zaagt u eerst de kant waarop trekkracht staat (A).
Daarna kan het hout worden doorgezaagd aan de
kant waarop duwkracht staat (B). Op die manier wordt
voorkomen dat het zaagblad bekneld raakt.
- Wees uiterst voorzichtig bij het zagen in splinterend
hout. Afgezaagde stukken hout kunnen worden
meegetrokken (kans op letsel).
- Gebruik de elektrische kettingzaag nooit voor het
optillen of verwijderen van stukken hout of ander
voorwerpen.
- Bij het vrijkomen van spanning dient de elektrische
kettingzaag te steunen op de boomstam (kans op
terugslag).
- Werkzaamheden waarbij spanning vrijkomt
moeten worden uitgevoerd door opgeleide
personen. Grote kans op letsel.
- Let op wanneer takken onder spanning staan. Zaag
geen vrijhangende takken vanaf de onderkant.
- Voer nooit werkzaamheden waarbij spanning vrijkomt
uit terwijl u op de boomstam staat.
- Gebruik de elektrische kettingzaag niet voor
werkzaamheden in het bos, bijvoorbeeld voor het
omzagen van bomen of werkzaamheden waarbij
spanning vrijkomt. De mobiliteit en veiligheid
van de gebruiker die noodzakelijk zijn voor dit
soort werkzaamheden, kunnen niet worden
gegarandeerd omdat de kettingzaag met een
netsnoer is aangesloten.
LET OP:
Zaag geen bomen om en ontdoen bomen niet van
takken als u hiervoor geen opleiding hebt gehad!
Kans op letsel bestaat! Neem de plaatselijke
regelgeving in acht.
- Alvorens een boom om te zagen zorgt u ervoor dat:
a) zich alleen personen binnen het werkgebied
bevinden die daadwerkelijk betrokken zijn bij het
omzagen van de boom.
b) alle personen die betrokken zijn bij het omzagen
van de boom een ongehinderde vluchtroute hebben
(de vluchtroute moet 45° diagonaal naar achteren
lopen, weg van de valrichting). Wees bedacht op de
vergrote kans op struikelen over het netsnoer!
c) aan de onderkant van de boom geen vreemde
voorwerpen, ondergroei en takken zitten. Zorg
ervoor dat u stevig staat (kans op struikelen).
d) de volgende werklocatie minstens 2 1/2 boomlengte
verwijderd is. (zie afb. 17) Alvorens de boom om
te zagen, controleert u de valrichting en verzekert u
uzelf ervan dat zich geen personen of voorwerpen
bevinden binnen een afstand van 2 1/2 boomlengte.
(zie afb. 17)
= Valrichting
= Gevarenzone
= Vluchtroute
- Beoordelen van de boom:
Richting van hangen - losse of dorre takken - hoogte
van de boom - natuurlijke overhang - is de boom rot?
- Houd rekening met de windrichting en -snelheid. Als
sterke windstoten zich voordoen, mag u geen bomen
omzagen.
- De wortels doorzagen:
Begin met de sterkste wortels. Maak eerst de
horizontale en daarna de verticale zaagsnede.
- Een inkeping in de boomstam maken (A, zie afb. 18):
De inkeping bepaalt de valrichting en geleidt de
boom. De inkeping moet haaks op de valrichting
met een diepte van 1/3 tot 1/5 van de diameter in de
boomstam worden aangebracht. Breng de inkeping
vlak boven de grond aan.
- Als u de zaagsnede wilt bijstellen, moet u dat doen
over de volledige breedte van de inkeping.
- Zaag de boom om (B, zie afb. 19) boven de
onderrand van de inkeping (D). De zaagsnede moet
precies horizontaal zijn. De afstand tussen de beide
zaagsneden moet ongeveer 1/10 van de diameter van
de boomstam zijn.
- De lijst tussen de beide zaagsneden (C) werkt als
een scharnier. Zaag deze nooit door omdat anders de
boom ongecontroleerd valt. Plaats op tijd wiggen in de
zaagsnede. (B, zie afb. 19)
- Gebruik uitsluitend wiggen van kunststof of
aluminium. Gebruik geen ijzeren wiggen.
- Sta bij het omzagen van een boom altijd aan de
zijkant van de vallende boom.
- Let bij het achteruit lopen na het omzagen van de
boom op vallende takken.
- Bij het werken op een hellende ondergrond, moet de
gebruiker van de elektrische kettingzaag boven of
zijdelings staan van de boom die wordt omgezaagd of
de boom die reeds is omgezaagd.
- Let op boomstammen die naar u toe kunnen rollen.
Terugslag
- Tijdens het werken met de elektrische kettingzaag
kan zich een gevaarlijke terugslag voordoen.
- Een terugslag doet zich voor wanneer de punt van
het zaagblad (met name de bovenste kwartcirkel) per
ongeluk in aanraking komt met het hout of andere
voorwerpen. (zie afb. 20)
- In dit geval wordt de elektrische kettingzaag
ongecontroleerd en met veel energie in de richting
van de gebruiker gegooid (kans op letsel).
Om een terugslag te voorkomen, houdt u zich
aan de onderstaande instructies:
- Gebruik nooit het uiteinde van het zaagblad om een
zaagsnede te starten. Kijk altijd naar het uiteinde van
het zaagblad.
- Gebruik het uiteinde van het zaagblad nooit voor het
zagen. Wees voorzichtig bij het verder zagen.
- Bij het starten van een zaagsnede moet de
zaagketting reeds draaien.
- Controleer altijd of de zaagketting goed geslepen
is. Let met name goed op de hoogte van de
dieptebegrenzing (zie het hoofdstuk "De zaagketting
slijpen" voor gedetailleerde informatie).
- Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd. Let er bij
het zagen van een tak op dat geen andere tak wordt
aangeraakt.
- Let bij het afkorten van een boomstam op
boomstammen die in de buurt liggen. Wij adviseren u
een zaagschraag te gebruiken.
75

Publicidad

loading