Inbedrijfstelling
1. Plaats de twee eenheden naast elkaar.
2. Plaats de batterijen eerst in de thermometer en pas dan in de
draadloze sensor.
3. Let op de juiste polariteit van de geplaatste batterij. Gebruik alleen
alkaline batterijen, geen oplaadbare batterijen.
4. Wacht tot de thermometer automatisch het signaal van de
draadloze buitensensor vindt en leest.
5. De buitentemperatuur en de icoon
Kanaal 1 (CH 1) wordt automatisch op de sensor vastgezet.
6. Het wordt aanbevolen de sensor te plaatsen aan de noordzijde
van het huis. In bebouwde gebieden kan het bereik van de sensor
enorm afnemen.
7. De sensor is bestand tegen druppelend water, maar stel hem niet
permanent bloot aan regen.
8. Plaats de sensor niet op metalen voorwerpen, aangezien het
zendbereik dan kleiner wordt.
9. Indien de icoon voor bijna lege batterijen verschijnt, vervang dan
de batterijen in het weerstation.
10. Vervang de batterijen in de thermometer als het display van de
thermometer moeilijk af te lezen is/slecht oplicht.
Radiogestuurde klok (DCF77)
Het radiosignaal wordt via radiogolven (77,5 KHz) verspreid naar een
locatie in de buurt van Frankfurt, Duitsland, binnen een straal van 1
500 km. Dit radiotijdsignaal houdt automatisch rekening met zomer- en
wintertijd, schrikkeljaren en datumwijzigingen.
Na registratie bij de draadloze sensor zal de thermometer automatisch
naar een DCF-signaal zoeken.
De icoon
knippert. Tijdens het zoeken worden geen andere ge-
gevens op de display bijgewerkt en zijn de toetsen niet functioneel
(behalve SNOOZE/LIGHT). Als er een signaal wordt gevonden, stopt
de icoon met knipperen en worden de huidige tijd en de icoon
weergegeven.
De icoon
zomertijd wordt aangehouden.
wordt onder deze icoon weergegeven wanneer de
worden weergegeven.
108