Parkeer de tractormaaier op een horizontaal oppervlak. Open de motorkap en draai de dop van de vulopening los. Schroef de
oliepeilstok eruit, veeg de stok droog, steek hem er weer in en schroef hem er weer in. Schroef hem er dan weer uit en lees het
oliepeil af.
Het oliepeil moet tussen de twee markeringen op de peilstok staan. Zo niet, voeg dan motorolie toe totdat de 'FULL' markering
wordt bereikt.
Nadere bijzonderheden over het controleren en bijvullen van olie vindt u in de aparte gebruikershandleiding die door de fabrikant van
de motor wordt geleverd.
CONTROLEER KABELS EN BEVESTIGING VAN BOUTEN
Controleer de staat van de kabels (visueel) en of de bouten strak zijn aangedraaid (met de hand).
CONTROLEER DE STAAT VAN DE REMMEN
Controleer of de remmen goed werken. Ga hiervoor als volgt te werk:
► Parkeer de maaier op een vlakke ondergrond en schakel de motor uit.
► Trap het rempedaal in en schakel de parkeerrem in.
► Schakel met behulp van de bypasshendel de aandrijving van de achterwielen uit.
► Probeer de maaier vooruit te duwen. Als de achterwielen draaien, moeten de remmen worden nagezien. Neem contact op met
een geautoriseerde servicewerkplaats en laat de remmen afstellen.
INSPECTIE VAN DE WERKING VAN VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Controleer voorafgaand aan ieder gebruik van de tractormaaier dat de veiligheidsvoorzieningen goed werken:
► schakelaar onder de stoel
► schakelaar op een bevestigde grasopvangbak of afbuiginrichting
► een schakelaar voor een volle grasopvangbak
6.2.2 NA DE WERKZAAMHEDEN
DE MAAIER OPSTELLEN
Breng na het voltooien van de maaiwerkzaamheden het maaimechanisme omhoog in de hoogste stand en schakel de aandrijving
van de maaimessen uit.
Schakel het contact uit, trap het rempedaal in, zet de maaier vast met de parkeerrem en sluit de brandstoftoevoer af.
DE MAAIER REINIGEN
Verwijder alle resten van vuil en gras van het oppervlak van de tractor, de uitwerpbuis en het maaimechanisme.
Reinig de stoffen zak van de grasopvang grondig. Wanneer deze is verstopt met gras kan de maaier de grasopvangbak minder
goed vullen.
Als u de mulchklep hebt gebruikt, dan moet u eventueel vastzittend gras en vuil ervan verwijderen.
DE MAAIER WASSEN
Parkeer de maaier, voor u gaat wassen, op een geschikte vlakke ondergrond.
► Grasopvangbak:
- neem de grasopvangbak van de maaier, was deze schoon en laat drogen.
► Kunststof onderdelen van de maaier:
- reinig deze met een spons en water met een zeepoplossing..
► Maaimechanisme:
- was het binnengedeelte en ook het gedeelte in de uitwerpbuis.
- schuif een slang van de juiste diameter op de aansluitingen op de kap van het maaimechanisme. Start de motor,
schakel het maaimechanisme in en spoel het maaimechanisme gedurende 10 minuten schoon met stromend
water.
Deze spoelprocedure moet na iedere maaibeurt worden uitgevoerd.
Kom niet met water in de buurt van de elektrische accessoires op het instrumentenpaneel, de accu, enz.
Sproei geen water onder druk op de lagers en poelies!
U kunt de maaier en zeker het maaimechanisme beter niet met een hogedrukreiniger schoonmaken. Dit kan de levensduur van
lagers en andere bewegende delen verkorten!
280
6.2.2