6.3.11 ONDERHOUD VAN STUURMECHANISME
Controleer regelmatig dat er niet teveel speling is tussen het getande stuursegment en het rondsel van het stuurwiel.
Neemt u meer speling waar, dan moet die worden verholpen. Procedure voor het beperken (aanpassen) van speling:
► Til de kap op.
► Draai twee M12-moeren (1) op de bout van de excenterschijf los.
6-3-
► Plaats een geschikte steeksleutel op de zeskantige moer van de excenterschijf (2) en draai totdat de speling tot een
2011
minimum is beperkt.
► Zet beide M12-moeren (1) vast met een aanhaalmoment van 35 - 45 Nm.
Wanneer dit onderhoud wordt verwaarloosd kan dat leiden tot beschadiging van de componenten van het stuurmechanisme.
6.3.12 DE RIJAANDRIJFRIEM CONTROLEREN EN AFSTELLEN
Controleer regelmatig de spanning van de aandrijfriem. De riem is goed op spanning wanneer een kracht van 4 kPa
op het midden van de afstand tussen riempoelies (1) en (3) een doorbuiging van de riem van ongeveer 1,5 cm geeft.
Wanneer de doorbuiging toeneemt, moet de spanning worden aangepast.
Posities in de afbeelding zijn:
(1) Motorriempoelie
6.3.12a
(2) Geleiderriempoelie
(3) Spanriempoelie
(4) Overbrengingsriempoelie
U kunt de kracht meten met een standaard mechanische dynamometer die verkrijgbaar is in winkels die dergelijke producten
verkopen.
Pas de spanning van de riem aan door spanmoer (6) zo af te stellen dat de veer (5) wordt uitgerekt tot een lengte van
95 ± 1 mm.
6.3.12b
Span de riem niet tot boven dit niveau, dit verkort de levensduur en kan beschadiging van de transmissie geven!
6.3.13 RIEMEN VERVANGEN
Het vervangen van de aandrijfriemen is een betrekkelijk veeleisend karwei dat moet worden uitgevoerd door een geautoriseerde
servicewerkplaats.
6.3.14 WIELEN WISSELEN
Parkeer, voordat u één van de wielen wisselt, de maaier op een horizontale en stevige ondergrond, zet de motor uit en neem de
sleutel uit het contact. Voer het wisselen als volgt uit:
► Krik de maaier met een geschikte krik op aan de zijde waar u de vervanging wilt uitvoeren. Plaats de krik onder een
stevig deel van het frame of onder de arm van de overbrenging. Zet met een houten blok de maaier vast zodat deze
niet van de krik kan rollen.
6-3-
► Verwijder de beschermkap (1) van het wiel (alleen de voorwielen).
2014
► Verwijder met behulp van een geschikte schroevendraaier de borgring (2) en de onderlegring (3).
Ga in omgekeerde volgorde te werk voor het opnieuw bevestigen van het wiel. Reinig, voordat u het wiel plaatst, alle onderdelen en
smeer de as licht met een smeermiddel voor kunststof. Vooral voor de wielen op de achteras is deze smering van groot belang
voor het opnieuw verwijderen van de wielen. Als u deze smering niet toepast, zal het misschien zeer moeilijk zijn de wielen
opnieuw op de as te bevestigen.
Let bij het bevestigen van een achterwiel goed op de onderlinge uitlijning van de pen op de as en de groef op het wiel.
6.3.15 EEN LEKKE BAND REPAREREN
De maaier is voorzien van tubeless banden. Bij een lekke band moet deze door een gespecialiseerd bandencentrum of bij een
geautoriseerde servicewerkplaats worden gerepareerd.
285