Bediening op het toestel
Mocht de afstandsbediening zoekge-
raakt zijn, of de batterij is leeg, dan
kunt u alle belangrijke funkties ook op
het toestel bedienen. Opent u daartoe
de rechter afdekklep aan de rechter-
kant van het toestel, doordat u op de
rechterkant van de klep drukt. Daar
bevinden zich enkele toetsen met
dezelfde funkties als op de afstands-
bediening (fig. 4):
;
P+
Programmakeuze, vooruitlopend
en inschakelen, wanneer het
toestel stand-by staat.
P—
Programmakeuze, teruglopend
-—>-+ Zenderzoekloop
+\~+ Basisinstelling
+-~ Fijnafstemming +/~—
QO Kontrast +/~
—a Geluidssterkte +/—
Internationale funktie-symbool
display
_ De display kan u het funktiesymbool
(fig. 7-14) in het Duits (kolom A) of
internationaal (kolom B) aangeven.
Voor het omschakelen wordt het toe-
stel met de netschakelaar (24) uitge-
schakeld. Druk vervolgens de beide
toetsen «+» en «—» voor geluids-
sterkte a
op het televisietoestel en
schakel gelijktijdig het toestel met de
netschakelaar (24) weer in. Houdt de
toetsen voor het volume zolang inge-
drukt, tot de indicatie (23) begint te
branden.
:
Nu kan er op de afstandsbediening
met de tcets «C» op de Duitse of met
de toets «AV» op de internationale
aflezing worden omgeschakeld. Ver-
voigens moet het toestel met de toets
c) worden uitgeschakeld, zodat alle
toetsen weer hun oorspronkelijke
funktie verkrijgen.
Aansluitmogelijkheden
Luidsprekerbussen
Op de bussen (26) aan de achterzijde
van het apparaat kunnen twee extra
luidsprekers worden aangesloten
. (impedantie minimaal 8 Q). De tuid-
sprekers van het televisie-apparaat
worden daarbij uitgeschakeld.
°
() Aansluiting voor de
hoofdtelefoon
De aansluiting voor de hoofdtelefoon
(33) bevindt zich onder de afdekklep
rechts boven aan het toestel. Om de
klep te openen drukt u op de rechter-
kant ervan. U kunt hier een hoofdtele-
foon met 6.3mm klinkstekker aanslui-
ten (impedantie of aansluitwaarde niet
beneden de 200 ohm).
Voor het instellen van de geluids-
sterkte van de hoofdtelefoon drukt u
eerst de toets J in en stelt u vervol-
gens met de toetsen «+» of «—» voor
geluidssterkte |
de gewenste
waarde in. De display geeft ook deze
waarde aan (Fig. 13). Moet het geluid
ook daarna via de luidsprekers in het
toestel worden beluisterd, dan dient
bei de toets. e{ opnieuw in te druk-
en.
:
Aansluiten van een videorecorder
a) Aansluitingen door middel van
de antennebus
Uw videorecorder kunt u op de anten-
nebus van het-televisietoestel aanstui-
ten. Voor weergave brengt u, zoals
beschreven
in het hoofdstuk ,,Instellen
van de zenders" of ,Direkt kiezen van
de televisiekanalen", het kanaalnum-
mer van de videorecorder op de pro-
grammaplaats 10, 20 of 30. Deze zijn
speciaal daarvoor bestemd. Het
kanaalnummer vindt u de gebruiks-
aanwijzing van uw videorecorder (bij
NORDMENDE-videorecorders kanaal
36).
Stel eventuel de fijnafstemming van
het televisietoestel nauwkeurig op de
recorder in. Let op dat bij deze aan-
sluitmogelijkheid stereo-videorecor-
ders alleen in mono weergegeven
worden.
b) Aansluitingen door middel van |
de Scart-aansluiting
Voor een optimale wergavekwaliteit
en voor de weergave van stereoopna-
men kunt u uw videorecorder aan de
Scart-aansluiting (29) aan de achter-
kant van het toeste] aanstuiten. Bij uw
handelaar verkrijgt u de passende
aansluitkabel. Bij deze aansluitmoge-
lijkheid hoeft u bij het televisietoestel
niets in te stellen. Het televisietoestel
schakelt nu automatisch van stand-by
of van het lopende programma op
weergave van de recorder, zodra de
videorecorder op weergave wordt
geschakeld. De indicatie toont daarbij
AU 1.
Precies zo schakelt het toestel terug
naar televisie-ontvangst of stand-by,
als het weergeven wordt uitgescha-
keld. Schakelt u, terwijl de videorecor-
der weergeeft, op een televisiepro-
gramma om, dan geeft de display PE
aan in plaats van Pr. Op deze wijze
wordt u opmerkzaam gemaakt op het
feit dat de videorecorder loopt. Voor
het terugschakelen van het televisie-
programma naar weergave van de
videorecorder, drukt u de toets «AV»
in.
35
a
ead
Sins
pes AANSLUITMOGELUKHEDEN____