Descargar Imprimir esta página

Mitsubishi Electric s-MEXT-G00 Manual De Instalación, Uso Y Mantenimiento página 58

Ocultar thumbs Ver también para s-MEXT-G00:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 72
s-MEXT-G00
Alvorens iets aan het apparaat te doen moet deze handleiding
eerst aandachtig doorgelezen worden en moet nagegaan
worden of u alle aanwijzingen en informatie die in dit
document gegeven worden goed begrepen heeft.
Bewaar deze handleiding op een bekende en makkelijk
bereikbare plaats om hem indien nodig tijdens de hele
levensduur van de unit te kunnen raadplegen.
INHOUD
..........
1
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN ...................................................................... 58
.....
1.1
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSRELEVANTE INFORMATIE .......................... 58
.....
1.1.1
DOEL VAN DE HANDLEIDING .................................................................... 58
.....
1.1.2
VERKLARENDE WOORDENLIJST EN BEGRIPPEN ............................... 58
.....
1.1.3
BIJGEVOEGDE DOCUMENTATIE .............................................................. 59
.....
1.1.4
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ................................................................ 59
.....
1.1.5
VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN RESTRISICO'S ........................ 59
.....
1.1.6
LIJST VAN DE PICTOGRAMMEN AAN DE BINNENKANT VAN HET
APPARAAT 60
.....
1.1.7
GELUIDSGEGEVENS ................................................................................... 60
.....
1.1.8
METHODE VOOR AANVRAGEN VAN SERVICE ..................................... 60
.....
1.2
IDENTIFICATIE VAN HET APPARAAT .......................................................... 60
.....
1.2.1
BENAMING ..................................................................................................... 60
.....
1.2.2
TYPEPLAATJE ............................................................................................... 60
.....
1.3
OPSLAGTEMPERATUUR ................................................................................ 61
.....
1.4
WERKINGSGRENZEN ..................................................................................... 61
.....
1.5
BESCHRIJVING VAN DE BELANGRIJKSTE ONDERDELEN ...................... 61
..........
2
INSTALLATIE.................................................................................................... 61
.....
2.1
BEPLATING VAN APPARAAT DEMONTEREN ............................................. 61
.....
2.2
INSTALLATIE.................................................................................................... 62
.....
2.2.1
PLAATSING OVER ........................................................................................ 62
.....
2.2.2
PLAATSING UNDER ..................................................................................... 62
.....
2.2.3
BEUGEL VOOR MUURBEVESTIGING VAN APPARAAT........................ 63
.....
2.2.4
CONDENSOPVANGBAK (MODEL UNDER) ............................................. 63
.....
2.2.5
AAN TE HOUDEN AFSTANDSMATEN RONDOM HET
GEÏNSTALLEERDE APPARAAT ....................................................................................... 63
.....
2.2.6
MINIMALE INSTALLATIERUIMTE VOOR UNITS MET R32 .................... 63
.....
2.2.7
BELEMMERINGEN VAN DE LUCHTCIRCULATIE VOOR APPARATEN
UNDER / OVER ................................................................................................................... 63
.....
2.3
KOELVERBINDING MET CONDENSATIE-UNIT ............................................ 64
.....
2.3.1
SOORT KOPER DAT VOOR DE KOELLEIDING GEBRUIKT MOET
WORDEN ...64
.....
2.3.2
ALGEMENE INFORMATIE VOOR HET AANLEGGEN VAN DE
KOELLEIDING ..................................................................................................................... 64
.....
2.3.3
VERBINDING VAN DE KOELLEIDINGEN MET HET APPARAAT .......... 64
.....
2.3.4
SPOELEN VAN DE KOELLEIDINGEN ....................................................... 64
.....
2.3.5
LEIDINGLENGTE EN KOUDEMIDDELGEHALTE .................................... 64
.....
2.3.6
CORRECTIEFACTOREN VAN DE KOELCAPACITEIT OP BASIS VAN
DE LENGTE VAN DE KOUDEMIDDELLEIDING ............................................................. 64
.....
2.3.7
EXTRA KOUDEMIDDELGEHALTE VOOR LEIDING MET STANDAARD
DIAMETER GEBASEERD OP EQUIVALENTE LENGTE .............................................. 64
.....
2.3.8
INSTALLATIESCHEMA'S ............................................................................. 65
.....
2.4
HYDRAULISCHE AANSLUITING VAN DE CONDENSAFVOER .................. 65
.....
2.5
ELEKTRISCHE VERBINDING ......................................................................... 65
.....
2.5.1
ELEKTRISCHE VOEDING VAN DE APPARATEN .................................... 66
.....
2.5.2
ELEKTRISCHE HULPVERBINDINGEN ...................................................... 66
.....
2.6
LUCHTVERBINDINGEN ................................................................................... 66
.....
2.6.1
BEVESTIGEN VAN KANAAL ....................................................................... 66
.....
2.6.2
LUCHTZIJDIGE DRUKVERLIEZEN ............................................................ 66
.....
2.6.3
LUCHTUITTREDE APPARATEN UNDER .................................................. 67
.....
2.7
MODULERENDE STOOMBEVOCHTIGER (ACCESSOIRE) ......................... 67
.....
2.7.1
KENMERKEN VAN HET VOEDINGSWATER............................................ 67
.....
2.8
AANZUIGPLENUM MET KLEP VOOR FREECOOLING (ACCESSOIRE) .... 67
.....
2.9
ROOK/VUUURSENSOR (ACCESSOIRE) ....................................................... 67
...
2.10
KLEP MET VEERTERUGLOOP (ACCESSOIRE) ........................................... 67
...
2.11
GASLEKDETECTOR (NIET MEEGELEVERD) ............................................... 67
..........
3
PROCEDURES VÓÓR DE INBEDRIJFSTELLING ......................................... 67
.....
3.1
PROCEDURES VÓÓR DE INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT .. 67
.....
3.2
GEBRUIKERSINTERFACE .............................................................................. 68
.....
3.2.1
GEBRUIKERSTERMINAL............................................................................. 68
.....
3.2.2
ALGEMENE FUNCTIES VAN DE TOETSEN ............................................. 68
.....
3.2.3
BEHEER VAN DE LEDS VAN DE TOETSEN ............................................ 68
..........
4
INBEDRIJFSTELLING ...................................................................................... 68
.....
4.1
INBEDRIJFSTELLING VAN HET APPARAAT ............................................... 68
.....
4.2
PROCEDURES VOOR KALIBREREN EN AFSTELLEN ................................ 68
.....
4.3
INBEDRIJFSTELLING ...................................................................................... 68
..........
5
WIJZE VAN GEBRUIK ..................................................................................... 68
.....
5.1
VOORSCHRIFTEN EN WAARSCHUWINGEN VOOR GEBRUIK.................. 68
.....
5.2
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN .................................. 69
.....
5.3
NOODSTOP ...................................................................................................... 69
.....
5.4
LANGDURIGE INACTIVITEIT VAN HET APPARAAT ................................... 69
.....
5.5
INBEDRIJFSTELLING NA LANGDURIGE INACTIVITEIT ............................. 69
..........
6
EERSTE DIAGNOSE ........................................................................................ 69
.....
6.1
WAT TE DOEN ALS ... ..................................................................................... 69
..........
7
ONDERHOUD ................................................................................................... 69
UM_s-MEXT_G00_01_Z_07_21_ML
.....
7.1
INFORMATIE OVER ONDERHOUD ............................................................... 69
.....
7.2
GEPLAND ONDERHOUD ................................................................................ 70
.....
7.3
TABEL ALGEMENE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN .......................... 70
.....
7.4
REINIGEN EN/OF VERVANGEN VAN DE LUCHTFILTERS ......................... 70
.....
7.5
BUITENGEWOON ONDERHOUD ................................................................... 70
......
7.5.1
EVENTUELE VERVANGING VAN PUTSENSOREN DIRECTE
EXPANSIEBATTERIJ (ALLEEN OVER) ........................................................................... 70
..........
8
AFDANKEN VAN HET APPARAAT ................................................................ 71
1
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
1.1
ALGEMENE EN VEILIGHEIDSRELEVANTE INFORMATIE
1.1.1
DOEL VAN DE HANDLEIDING
Deze handleiding, die onlosmakelijk deel uitmaakt van het apparaat (1), is opgesteld door de
fabrikant om de nodige informatie te geven aan al diegenen die bevoegd zijn om met het
apparaat te interageren tijdens de verwachte levensduur ervan: kopers, ontwerpers van de
installatie, transporteurs, logistieke medewerkers, installateurs, vakbekwame bedieners,
gespecialiseerde technici en gebruikers.
Degenen voor wie deze informatie bestemd is moeten niet alleen een goede gebruiksmethode
hanteren maar deze informatie ook aandachtig lezen en nauwgezet in de praktijk brengen.
Door een beetje tijd te besteden aan het lezen van deze informatie is het mogelijk om risico's
voor de gezondheid en de veiligheid van personen en financiële schade te voorkomen.
Deze informatie is door de fabrikant in zijn eigen oorspronkelijke taal (Italiaans) geschreven en
is voorzien van de vermelding "OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING". Deze informatie is
bovendien beschikbaar in de Engelstalige versie met de vermelding "VERTALING VAN DE
OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING" en kan vertaald zijn in andere talen om aan de
wettelijke en/of commerciële eisen te voldoen. Ook als de informatie niet exact overeenstemt
met het apparaat, doet dit geen afbreuk aan de werking ervan.
Bewaar deze handleiding op een bekende en makkelijk bereikbare plaats zodat hij altijd binnen
handbereik is als het nodig is om hem te raadplegen.
De fabrikant behoudt zich het recht voor om het product zonder voorafgaande kennisgeving te
wijzigen. Om tekstgedeelten die van essentieel belang zijn te benadrukken zijn er enkele
symbolen gebruikt waarvan de betekenis verderop toegelicht wordt.
(1)
Duidelijkheidshalve wordt dit begrip gebruikt zoals bepaald in de Machinerichtlijn.
GEVAAR
Duidt op situaties waarin ernstig gevaar dreigt die, als hier geen
aandacht aan besteed wordt, de gezondheid en de veiligheid van
personen ernstig in gevaar kunnen brengen.
VERPLICHTING
Duidt erop dat er op geschikte wijze gehandeld moet worden om
de gezondheid en de veiligheid van personen niet in gevaar te
brengen en geen financiële schade te veroorzaken.
INFORMATIE
Duidt op technische informatie die bijzonder belangrijk is en die
niet over het hoofd gezien moet worden.
1.1.2
VERKLARENDE WOORDENLIJST EN BEGRIPPEN
Hieronder worden enkele begrippen die in de handleiding voorkomen toegelicht om een beter
inzicht te krijgen in de betekenis ervan.
Fabrikant: dit is het bedrijf dat het apparaat met inachtneming van de geldende wettelijke
voorschriften heeft ontworpen en gebouwd waarbij alle regels van goede bouwtechniek zijn
toegepast en aandacht is besteed aan de veiligheid en de gezondheid van de personen die met
het apparaat interageren.
Koper: dit is degene die verantwoordelijk is voor de koop, die toezicht moet uitoefenen op het
plannen en toewijzen van taken en zich er daarbij van moet verzekeren dat alles plaatsvindt
met inachtneming van de toepasselijke geldende wettelijke voorschriften.
Eigenaar: de wettelijke vertegenwoordiger van het bedrijf, de instantie of de natuurlijke persoon
die de eigenaar is van de installatie waar het apparaat op geïnstalleerd is; is verantwoordelijk
voor de controle om te zien of alle veiligheidsvoorschriften die in deze handleiding opgenomen
zijn en de landelijke voorschriften die van kracht zijn in acht genomen worden.
Ontwerper: vakbekwaam, gespecialiseerd persoon die tot taak heeft en bevoegd is om een
ontwerp te maken waarbij rekening gehouden wordt met alle aspecten op het gebied van
wetgeving, normgeving en goede techniek toegepast op de installatie in het volledige
samenstel ervan. In ieder geval moet hij behalve de door de fabrikant van het apparaat
verstrekte aanwijzingen opvolgen, ook alle veiligheidsgerelateerde aspecten in acht nemen
voor al diegenen die tijdens de hele verwachte levensduur met de installatie moeten
interageren.
Installateur: vakbekwaam, gespecialiseerd persoon die tot taak heeft en bevoegd is om het
apparaat of de installatie in werking te stellen op basis van de ontwerpspecificaties, de door de
fabrikant van het apparaat verstrekte aanwijzingen en met inachtneming van de wetgeving op
het gebied van veiligheid op het werk.
Gebruiker: bevoegd persoon om het gebruik van het apparaat te beheren met inachtneming van
de "gebruiksaanwijzing" en de geldende wetgeving op het gebied van veiligheid op het werk.
Transporteurs: dit zijn degenen die het apparaat met een geschikt transportmiddel naar de
plaats van bestemming brengen. Zij moeten het apparaat op geschikte wijze laden en plaatsen
om te garanderen dat het apparaat zich tijdens het vervoeren niet plotseling kan verplaatsen.
Wanneer zij laad- en lossystemen gebruiken moeten zij de aanwijzingen die op het apparaat
aangebracht zijn in acht nemen om hun eigen veiligheid en die van anderen die bij deze
werkzaamheden betrokken zijn te garanderen.
58
VERTALING VAN DE OORSPRONKELIJKE HANDLEIDING
Nederlands

Publicidad

loading