FinishControl 4000 18V
15
VERHELPEN VAN STORINGEN
STORING
Apparaat loopt niet aan
Er komt geen materiaal uit de
spuitkop
Materiaal druppelt na uit de
spuitkop
Te grove verstuiving
Spuitstraal pulseert
Materiaal vormt tot uitlopers
Teveel materiaalnevel
(Overspray)
Verf in de ventilatieslang
OORZAAK
•
Accu leeg, defect of incompatibel
•
Het apparaat is oververhit
•
Spuitkop verstopt
•
Te geringe materiaalhoeveelheid
ingesteld
•
Reservoirdichting beschadigd
•
Geen drukopbouw in het reservoir
•
Reservoir leeg
•
Luchttoevoerslang los/beschadigd
•
Stijgbuis los
•
Stijgbuis / stijgbuisfilter verstopt
•
Ontluchtingsboring verstopt
•
Membraan vastgeplakt
•
Luchtkap, mondstuk of naald vervuild
•
Spuitopzet verkeerd gemonteerd
•
Spuitkop los
•
Spuitkopafdichting ontbreekt of is
versleten
•
Spuitkop versleten
•
Naald versleten of beschadigd
•
Materiaalhoeveelheid te hoog
•
Spuitkop vuil
•
Materiaal te dikvloeibaar
•
Te lage drukopbouw in het reservoir
•
Luchtfilter sterk vervuild
•
Te geringe luchthoeveelheid
•
Luchtkap verkeerd gemonteerd
•
Materiaal in het reservoir is bijna vop
•
Spuitkopafdichting ontbreekt of is
versleten
•
Luchtfilter sterk vervuild
•
Stijgbuis los
•
Stijgbuis / stijgbuisfilter verstopt
•
Teveel materiaal opgebracht
•
Te geringe afstand
•
Verkeerde spuitopzet
•
Afstand tot het spuitobject te groot
•
Materiaalhoeveelheid te hoog
•
Te grote luchthoeveelheid
•
Coatingmateriaal te sterk verdund
•
Verkeerde spuitopzet
•
Membraan vuil
•
Membraan defect
VERHELPEN VAN STORINGEN
OPLOSSING
•
Opladen of vervangen
•
Laat het apparaat ca. 10 minuten afkoelen,
luchtfilter controleren, aanzuigsleuven niet
afdekken
•
Reinigen
•
Hoeveelheid verhogen
•
Vervangen
•
Reservoir vastdraaien
•
Bijvullen
•
Insteken of vervangen
•
Insteken
•
Reinigen resp. ander filter gebruiken
•
Reinigen
•
Demonteren en reinigen (zie paragraaf 14.2)
•
Reinigen
•
Correct monteren (zie paragraaf 13.1)
•
Wartel vastdraaien
•
In takt zijnde spuitkopafdichting plaatsen
•
Vervangen
•
Vervang de naald (serviceset 2434518)
•
Hoeveelheid verlagen
•
Reinigen
•
Verder verdunnen
•
Reservoir vastdraaien
•
Vervangen (zie paragraaf 14.1)
•
Hoeveelheid verhogen
•
Luchtkap goed vast klikken (afb. 16)
•
Bijvullen
•
In takt zijnde spuitkopafdichting plaatsen
•
Vervangen (zie paragraaf 14.1)
•
Insteken
•
Reinigen resp. ander filter gebruiken
•
Hoeveelheid verlagen
•
Afstand vergroten
•
Andere spuitopzet gebruiken
•
Spuitafstand verkleinen
•
Hoeveelheid verlagen
•
Hoeveelheid verlagen
•
Verdunningsgraad verlagen
•
Andere spuitopzet gebruiken
•
Membraan reinigen (zie paragraaf 14.2)
•
Membraan vervangen (zie paragraaf 14.2)
NL
51