Stel het module-adres in met de DIP-schakelaars 1 – 4.
Ga als volgt te werk:
1.
Trek het netsnoer uit de I/O-module.
2.
Open het deksel van de behuizing.
3.
Zet de DIP-schakelaars 1 – 4 op de stand "ON" of "OFF".
Module-adres
DIP-schakelaar
1
2
3
1
1
0
0
2
0
1
0
3
1
1
0
4
0
0
1
5
1
0
1
6
0
1
1
7
1
1
1
8
0
0
0
9
1
0
0
10
0
1
0
Plaats Signaalbeoordeling Meldingstekst
INGANGEN
1
Verbreekcontact
Externe temperatuur-
2
Verbreekcontact
Extern signaal, min. druk
3
Verbreekcontact
Handmatige bijvulling
4
Maakcontact
5
Maakcontact
6
Maakcontact
UITGANGEN
1
Wisselcontact
2
Wisselcontact
3
Wisselcontact
4
Wisselcontact
5
Wisselcontact
6
Wisselcontact
Gebruik voor
de modules
4
5
6
7
8
0
1
0
0
0
1
0
1
0
0
0
2
0
1
0
0
0
3
0
1
0
0
0
4
0
1
0
0
0
5
0
1
0
0
0
6
0
1
0
0
0
7
1
1
0
0
0
8
1
1
0
0
0
9
1
1
0
0
0
10
Item in het
foutgeheugen
Ja
bewaking
Ja
Ja
Noodstop
Ja
Handpomp 1
Ja
Hand OS-1
Ja
---
---
---
---
---
---
---
---
---
---
Bijvulfout
---
Variomat Touch — 09.09.2022-Rev. C
5.2.3
Standaardinstellingen van de I/O-module
De ingangen en uitgangen van de I/O-module zijn op de standaardinstelling
gezet.
De standaardinstellingen kunnen indien nodig worden gewijzigd en aangepast
aan de plaatselijke omstandigheden.
Het aanspreken van de ingangen 1– 6 van de I/O-module wordt weergegeven
via het foutgeheugen van de apparaatbesturing.
Opmerking!
•
De standaardinstellingen zijn geldig vanaf softwareversie V1.10.
•
Optioneel zijn alle digitale in- en uitgangen vrij instelbaar. De
instelling wordt uitgevoerd door de Reflex-klantendienst,
13.1 "Reflex klantenservice", 355
Prioriteit voor het
Signaal op de ingang leidt tot de volgende actie
verstrijken
Ja
•
Magneetventielen zijn gesloten.
•
Magneetventiel (2) in overstroomleiding (1)
•
Magneetventiel (3) in overstroomleiding (2)
•
Uitgangsrelais (1) wordt geschakeld.
Nee
•
Magneetventielen zijn gesloten.
•
Magneetventiel (2) in overstroomleiding (1)
•
Magneetventiel (3) in overstroomleiding (2)
•
Uitgangsrelais (2) wordt geschakeld.
Ja
•
Magneetventiel (1) in de bijvulleiding wordt handmatig geopend.
•
Uitgangsrelais (5) wordt geschakeld.
Ja
•
Pompen (1) en (2) zijn uitgeschakeld.
•
Magneetventielen (2) en (3) in de overstroomleidingen zijn
gesloten.
•
Het magneetventiel (1) in de bijvulleiding is gesloten.
•
Schakelen van "Verzamelstoring" op de besturing van het
apparaat.
Ja
•
Pomp (1) wordt handmatig ingeschakeld.
•
Uitgangsrelais (5) wordt geschakeld.
Ja
Magneetventiel (1) is geopend.
---
Zie ingang 1
---
Zie ingang 2
---
•
Min. druk is onderschreden.
•
Melding "ER 01" op de besturing
---
•
Maximale druk overschreden
•
Melding "ER 10" op de besturing
---
Schakelen bij handbediening
Schakelen bij stopmodus
Schakelen bij actieve ingangen 3,5,6
---
•
Ingestelde bijvulwaarden zijn overschreden.
•
Schakelen van de volgende meldingen op de besturing van het
apparaat:
•
"ER 06" Bijvulduur
•
"ER 07" Bijvulcycli
•
"ER 11" Bijvulhoeveelheid
•
"ER 15" Bijvulklep
•
"ER 20" Maximale bijvulhoeveelheid
I/O-module (optionele uitbreidingsmodule)
Nederlands — 337