3.2.3 - Montage van de bevestigingsplaat
CONTROLEER, ALVORENS DE PLAAT VAST TE ZETTEN, OF DE
MUUR WAAROP MEN HET APPARAAT WILT INSTALLEREN, IN
STAAT IS HET GEWICHT ERVAN TE VERDRAGEN.
Handel als volgt (afbeeldingen 7):
a.
Plaats de bijgeleverde boormal (B) tegen de muur met inachtneming van de
minimale afstanden van het plafond, de vloer en de zijmuren; het is raadzaam
de mal in de correcte positie te houden met plakband (C).
b.
Markeer de boorpunten (er worden 9 punten aangeraden).
De twee gaten (F) zijn voor de bevestiging aan de muur van het
apparaat voorbereid.
c.
In het geval van muren van baksteen, beton of gelijkaardig materiaal, 9 gaten
met een diameter van 5 mm.
d.
Steek de pluggen (D) in de gaten (gebruik pluggen die geschikt zijn voor het type
muur).
e.
Bevestig de plaat (A) aan de muur door alle schroeven (E) vast te draaien.
7
B
C
ø5mm
F
ø5mm
F
A
C
F
D
E
Bi2 WALL AR 1000/1200/1400
NL - 15