• Dit elektrische gereedschap is
bedoeld voor gebruik als slijp-,
staalborstel- en doorslijpmachi-
ne. Respecteer alle veiligheidsin-
structies, aanwijzingen, beelden
en gegevens die u samen met
het apparaat krijgt. Als u de vol-
gende aanwijzingen niet opvolgt, kunt
u een elektrische schok krijgen, kan er
brand en/of ernstig letsel ontstaan.
• Dit elektrische gereedschap is niet
geschikt voor het schuren met
schuurpapier of voor het polijsten.
Toepassingenwaarvoorhetelektrische
apparaat niet bedoeld is, kunnen risico's
en letsels veroorzaken.
• Gebruik geen accessoires die
niet specifi ek door de fabrikant
zijn bedoeld en aanbevolen voor
dit elektrische apparaat. Slechts
omdat u het accessoire aan uw elektrisch
werktuig kunt bevestigen, garandeert dit
nog geen veilig gebruik.
• Het toegelaten toerental van de
aan te sluiten werktuigen moet
minstens even hoog zijn als het
maximale toerental dat op het
elektrische werktuig is vermeld.
Een accessoire dat sneller draait dan
toegelaten, kan breken en in het rond
vliegen.
• Buitendiameter en dikte van
de aan te sluiten werktuigen
moeten overeenstemmen met
de vermelde afmetingen van
uw elektrisch werktuig. Verkeerd
gemeten plaatsingswerktuigen kunnen
niet voldoende worden afgeschermd of
gecontroleerd.
• Aan te sluiten werktuigen met in-
terne schroefdraad moeten pre-
cies passen op de schroefdraad
van de slijpas. Bij aan te sluiten
werktuigen die door middel van een
fl enswordengemonteerd,moetdedia-
meter van het gat van de aan te sluiten
werktuigenopdediametervandefl ens
passen. Aan te sluiten gereedschap dat
niet precies aan het elektrisch werktuig
wordt bevestigd, draait ongelijkmatig,
vibreert sterk en kan leiden tot het verlies
van de controle.
• Gebruik geen beschadigde aan
te sluiten werktuigen. Controleer
voor elk gebruik de aan te slu-
iten werktuigen zoals slijpschij-
ven op afgebrokkelde splinters
en barsten, slijpschijven op bars-
ten, slijtage of sterke slijtage,
draadborstels op losse of gebro-
ken draden. Als het elektrische
werktuig of het aan te sluiten
werktuig valt, controleer dan of
het beschadigd is of gebruik on-
beschadigde aan te sluiten werk-
tuigen. Als u de aan te sluiten
werktuigen hebt gecontroleerd
en geplaatst, is het nodig dat u
en personen in de buurt zich bui-
ten het gebied van het roterende
aan te sluiten werktuig bevinden
en laat het apparaat 1 min lang
op het hoogste toerental lopen.
Beschadigde aan te sluiten werktuigen
breken meestal in deze testperiode.
• Draag persoonlijke bescher-
mingsmiddelen. Gebruik naar-
gelang van de toepassing een
volledig masker, oogbescher-
ming of een veiligheidsbril. In-
dien aangewezen, draagt u een
stofmasker, gehoorbescherming,
beschermende handschoenen of
een speciaal schort, die kleine
slijp- en materiaaldeeltjes van u
weg houden. De ogen moeten wor-
den beschermd tegen rondvliegende
vreemde voorwerpen, die bij verschil-
NL
BE
71