36. Zorg dat het zaagblad bij het inschakelen niet in
contact is met het werkstuk.
37. Laat het gereedschap een tijdje draaien alvorens
het op het werkstuk te gebruiken. Controleer op
trillingen of schommelingen die op onjuiste
installatie of op een slecht gebalanceerd zaag-
blad kunnen wijzen.
38. Wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait,
alvorens het werkstuk te zagen.
39. Stop onmiddellijk met zagen indien u iets abnor-
maals opmerkt.
40. Probeer niet om de trekschakelaar in de inge-
schakeld positie te vergrendelen.
41. Laat uw aandacht nooit verslappen, vooral niet
wanneer het werk saai is en uit herhalingen
bestaat. Laat u niet door een vals gevoel van vei-
ligheid misleiden, aangezien zaagbladen altijd
uiterst gevaarlijk zijn.
42. Gebruik uitsluitend de accessoires die in deze
gebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Het
gebruik van ongeschikte accessoires, zoals
slijpschijven, kan verwonding veroorzaken.
43. Wees voorzichtig wanneer u gleuven zaagt.
44. Sommige stofafval van de zaagbediening bevat
chemicaliën die kanker, geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsdefecten kunnen veroorza-
ken. Een paar voorbeelden van deze chemicaliën
zijn:
• lood van materiaal dat met loodhoudende inkt
is geverfd
• arseen en chroom van chemisch behandeld
timmerhout
Het gevaar van blootstelling hangt af van hoe
vaak u dit soort werk uitvoert. Om blootstelling
aan deze chemicaliën tot een minimum te beper-
ken, dient u in een goed geventileerde omgeving
te werken en gebruik te maken van goedge-
keurde veiligheidsapparatuur zoals stofmaskers
die speciaal ontworpen zijn voor het filtreren van
microscopische deeltjes.
45. Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoon is
om het voortgebrachte geluid tot een minimum
te beperken.
46. De gebruiker dient volledig vertrouwd te zijn met
het gebruik, de afstelling en de bediening van
het gereedschap.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
LAAT NIET uw vertrouwdheid met het gereedschap
(na regelmatig gebruik) omslaan in slordigheid of
onachtzaamheid omtrent de strikt na te leven veilig-
heidsvoorschriften voor dit product. VERKEERD
GEBRUIK of het niet naleven van de veiligheidsvoor-
schriften in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot
ernstige verwondingen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR ACCU
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig
door alvorens de acculader in gebruik te nemen.
2.
Neem de accu niet uit elkaar.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu aan-
zienlijk korter is geworden, moet u het gebruik
ervan
onmiddellijk
gebruik kan oververhitting, brandwonden en
zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen,
spoel dan uw ogen met schoon water en roep
onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt
in de ogen kan blindheid veroorzaken.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een
grote
stroomafgifte,
brandwonden, en zelfs defecten.
6.
Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
7.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan namelijk ontploffen in het vuur.
8.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
9.
Gebruik nooit een beschadigde accu.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het ver-
mogen van het gereedschap is afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur tus-
sen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen
alvorens hem op te laden.
4.
Laad de accu zeker elk half jaar een keer op, ook
als u deze geruime tijd lang niet gebruikt.
INSTALLEREN
Op een werktafel monteren
Bij de verzending uit de fabriek is het handvat door mid-
del van de aanslagpen in de omlaagpositie vergrendeld.
Ontgrendel de aanslagpen door het handvat iets omlaag
te drukken en aan de aanslagpen te trekken. (Fig. 1)
ENC007-7
stopzetten.
Voortgezet
oververhitting,
63