Het instellen
• Druk zo vaak op de toets
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
PARAMETER
PARAMETER O
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
P/EV
ZOOM
F
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
p
q
x
O
ZOOM
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
70
85
• Druk in het aanraakscherm op de sensorto-
105
p
q
De volgende zoomstanden voor de reflector
zijn mogelijk: 24 - 28 - 35 - 50 - 70 - 85 - 105-
135-180-200 mm (kleinbeeldformaat).
Tip:
Als u niet altijd de volle energie en reikwijdte
van de flitser nodig heeft, kunt u de reflector
ook laten staan in de in de stand van de aan-
vangsbrandpuntsafstand.
Daardoor is gegarandeerd dat het gehele
onderwerp in het beeld altijd volledig uitge-
licht wordt. U bespaart zich dan het steeds
moeten aanpassen aan de brandpuntsaf-
stand van het objectief.
118
D
keuzemenu verschijnt.
PARAMETER
toets
.
ZOOM
toetsen
en kies
ZOOM
toetsen
.
toetsen
en kies de gewenste
zoomwaarde uit.
ets voor de gewenste zoomwaarde.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
, dat het
uit.
PARAMETER
PARAMETER O
P/EV
ZOOM
F
q
ZOOM
AUTOZOOM
24
q
Voorbeeld:
U gebruikt een zoomobjectief met een bereik
aan brandpuntsafstanden van 35 tot 105
mm. In dit voorbeeld stelt u de stand van de
zoomreflector van de flitser in op 35 mm.
Terugzetten naar autozoom
• Tip de ontspanknop op de camera even
aan, zodat er een uitwisseling van gege-
vens tussen camera en flitser plaats kan
vinden.
• Druk zo vaak op de toets
keuzemenu verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
PARAMETER
toets
.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen
en kies
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
ZOOM
toets
.
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
p
toetsen
en kies de gewenste zoom-
AUTOZOOM
waarde
uit.
O
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
AUTOZOOM
toetsen
.
Na ong. 10 sec. wordt naar de functieaandui-
ding omgeschakeld of druk zo vaak op de
D
toets
tot de functieaanduiding ver-
p
schijnt.
D
, dat het
ZOOM
uit.