De Detector Instellen - Interlogix DDV1016AM Manual De Instrucciones

Dual detector installation sheet
Tabla de contenido

Publicidad

Microgolf-invloeden:
Montageplaats is onderhevig voor trillingen
Metalen oppervlakken die de radargolven reflecteren
Beweging van water door plastic buizen in het detectieveld
of direct achter de detector
Bewegende of trillende voorwerpen, zoals ventilatoren,
verwarmingen of air-co's
AM-invloeden:
Bewegende objecten dichterbij dan 1 m voor de detector
Kleine insecten op de detector
Moderne TL-of LED verlichting vlakbij (dichterbij dan
1,5 m)
Wij adviseren om regelmatig een looptest van de detector uit te
voeren en het resultaat op het controlepaneel te verifiëren.
Ga als volgt te werk om de detector te installeren:
1.
Neem het afdekplaatje uit (zie afbeelding 2, item 1 en 2).
2.
Maak de detector voorzichtig open met een
schroevendraaier (zie afbeelding 2, items 2 en 3).
Let op:
Raak de pyro-elektrische sensor niet aan
(afbeelding 6).
3.
Verwijder de schroef uit het deksel (afbeelding 4, item 2).
4.
Monteer de achterkant tegen de muur tussen 1,8 m en
3,0 m vanaf de vloer.
Opmerking:
Voor INCERT installaties, montage hoogte
moet tussen de 2,0 tot 3,0 m (6,6 aan 9,8 ft.) zijn.
Zie afbeelding 4. Gebruik in alle posities minimaal twee
M4-schroeven van de standaarden DIN 7505B, DIN 96,
DIN 7996, of een schroef met een platte kop van 8 mm
doorsnede.
- Gebruik voor vlakke montage schroeven in posities A.
- Gebruik voor hoekmontage schroeven in positie B of C.
Opmerking:
Gebruik niet montagepositie C voor
EN 50131 niveau 3-installaties.
- Als u de afneembeveiliging ST400 wilt installeren,
gebruikt u montageposities A of B. De ST400-
montagepositie wordt weergegeven als item 3 in
afbeelding 4. Open de opening in de achterkant
(afbeelding 5, item 2).
5.
Sluit de bedrading van de detector aan (zie afbeeldingen 4
en 12). Gebruik de kabelopeningen (afbeelding 5, item 1)
en kabelgoot (afbeelding 5, item 3) in de achterkant.
6.
Selecteer de gewenste jumper- en DIP-switchinstellingen
(zie "De detector instellen" hieronder voor meer informatie.
7.
Verwijder de maskers en voeg de stickers toe, indien
nodig. Zie "Het detectie patroon configureren" op pagina
33 voor meer details.
8.
Gebruik voor plafondmontagetoepassingen de SB01-
montagebeugel. SB01-montageposities worden
weergegeven als item 1 in afbeelding 4.
9.
Sluit de voorkant, plaats de schroef in de behuizing en
plaats het afdekplaatje.
P/N 146553999-1 (ML) • REV D • ISS 23MAY12
Aansluitingen
Zie afbeelding 12.
Tabel 1: Detectoraansluitingen
Aansluiting
Label
Verklaring
1, 2
GND,
Voedingsaansluiting (9 t/m 15 V , 12 V
+12V
nominaal)
3, 4
ALARM
Alarmrelaisuitgang (33 Ω). Gebruik jumper
JA om de ingebouwde EOL-weerstand in
serie te plaatsen met het relais. Zie
"Jumpers" op pagina 32.
5, 6
TAMPER
Sabotagerelaisuitgang (0 Ω). Gebruik
jumper JT om de ingebouwde EOL-
weerstand in serie te plaatsen met de
schakelaar. Zie "Jumpers" op pagina 32.
7
Looptest
Met deze ingang wordt de LED (looptest
aan/uit) in- en uitgeschakeld. De
looptestmodus kan alleen worden
geactiveerd wanneer de detector zich in de
dagmodus bevindt (pin 8). Actieve hoge of
lage wordt bepaald door SW1-3 (zie "SW1-
3: Polariteit" op pagina 32).
8
Dag/nacht Met deze ingang wordt de detector
overgeschakeld in dag- (geheugen wordt
opde LED-indicator getoond) of
nachtmodus (alarmgeheugen wordt
geactiveerd en eerder opgeslagen alarmen
worden gewist). Actieve hoge of lage wordt
bepaald door SW1-3 (zie "SW1-3:
Polariteit" op pagina 32).
9, 10
Storing
Storingrelaisuitgang (33 Ω). Gebruik de
jumper JF om een van de ingebouwde
EOL-weerstanden in serie te plaatsen met
het relais. Zie "Jumpers" op pagina 32 voor
de correcte weerstandinstellingen.
Opmerkingen
Ingangen 7 en 8 kunnen alleen worden gebruikt wanneer
SW1-5 is ingesteld op Extern aan. Zie "SW1-5: Externe
functionaliteit" op pagina 33.
De LED is alleen ingeschakeld wanneer SW1-6 is
ingesteld op LED on (LED aan).
In afbeelding 10 wordt uitgelegd hoe u een enkele ingang met
meerdere weerstanden kunt instellen.
Verklaring afbeelding 10
(1) Alarmrelais
(2) Alarmingang centrale
(3) Sabotageswitchuitgang
(4) Storingrelais

De detector instellen

Zie afbeelding 13 voor locaties van jumpers en DIP-switches.
Ra Alarm EOL-weerstand
Rt
Sabotage EOL-weerstand
Rf
Storing EOL-weerstand
31 / 48

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido