Opmerkingen
•
Ingangen 7 en 8 kunnen alleen worden gebruikt wanneer
SW1-5 is ingesteld op Remote on (Extern aan). Zie "SW1-
5: (Externe functionaliteit)" hieronder.
•
De LED is alleen ingeschakeld wanneer SW1-6 is
ingesteld op LED on (LED aan).
In afbeelding 11 wordt uitgelegd hoe u een enkele ingang met
meerdere weerstanden kunt instellen.
Afbeelding 11
(1) Alarmrelais
(2) Alarmingang centrale
(3) Sabotageswitchuitgang
De detector instellen
Zie afbeelding 14 voor locaties van jumpers en DIP-switches.
Jumpers
Met de jumpers stelt u de ingebouwde EOL-mode en waarde
in. Het circuit wordt weergegeven in afbeelding 11.
JA: Ingebouwde alarm EOL-weerstand (Ra) instellen
1 kΩ
4,7 kΩ
(fabrieksstandaard)
Off (Uit): Geen ingebouwde alarm EOL.
JT: Ingebouwde sabotage EOL-weerstand (Rt) instellen
1 kΩ
4,7 kΩ
(fabrieksstandaard)
Off (Uit): Geen ingebouwde sabotage EOL.
Ingang configureren
Als u de ingang wilt instellen, past u de volgende selectie toe.
•
Selecteer de correcte EOL-weerstandwaarden met JA en
JT. Bijvoorbeeld, de instelling van jumper JT bepaalt de
Rt-waarde.
•
Verwijder JT voor geïsoleerde uitgangen.(enkel lus)
•
Verwijder jumpers JA, en JT om ingebouwde EOL-
waarden uit te sluiten.(geen ingebouwde
eindweerstanden)
Voor een (dubbellus weerstand configuratie) ingang met alle
ingebouwde weerstanden ingesteld, kan de ingangsweerstand
de volgende zijn.
Tabel 2: Weerstandswaarden ingang
Ingangsstatus
Waarde
0 Ω
Sabotage (kort)
Normaal
Rt
Alarm
Rt+Ra
P/N 146550999-1 (ML) • REV M • ISS 19AUG19
Ra Alarm EOL-weerstand
Rt
Sabotage EOL-weerstand
2,2 kΩ
5,6 kΩ
2,2 kΩ
5,6 kΩ
Standaard
0 Ω
4,7 kΩ
9,4 kΩ
Ingangsstatus
Waarde
∞
Sabotage (open)
Dipswitches
Tabel 3: SW1, algemene instellingen
Schakelaar
Waarden
6: LED
On (Aan): LED aan*
5: Extern
On (Aan): Extern aan
4: Gereserveerd
3: Polariteit
On (Aan): Positieve
polariteit
1, 2: Radarbereik
1 aan, 2 aan: 12 m*
1 uit, 2 aan: 9 m
*
Fabrieksinstellingen
DIP-switch SW1
SW1-1, SW1-2: Radar range (Radarbereik)
Gebruik SW1-1 en SW1-2 om het radarbereik in te stellen dat
precies bij het detectiebereik hoort. De radar is van het type
Range-gating, wat betekent dat het detectiebereik bijzonder
nauwkeurig is.
4 m
6 m
SW1-3: (Polariteit)
On (Aan): Positieve polariteit. Configureert de ingangen (WT
en D/N) als "Active high" (Actieve hoog).
Off (Uit): Negatieve polariteit. Configureert de ingangen (WT
en D/N) als "Active low" (Actieve laag). Fabrieksinstelling.
De functionaliteit wordt verklaard in afbeelding 10.
Afbeelding 9
(1) Polariteit hoog
(2) Polariteit laag
Deze functie is tevens afhankelijk van de SW1-5-instelling.
Zie "SW1-5: (Externe functionaliteit)" hieronder.
SW1-4: Niet gebruikt (Gereserveerd)
Niet wijzigen.
SW1-5: (Externe functionaliteit)
On (Aan): Extern aan. Activeert WT en dag-/nachtingangen.
Off (Uit): Extern uit. Schakelt WT en dag-/nachtingangen uit
(fabrieksinstelling).
De volgende functionaliteit is afhankelijk van de instelling voor
Remote (Extern).
Tabel 4: Functies zijn afhankelijk van de instelling Remote
(Extern)
Item
Beschrijving
SW1-5 (Extern aan)
SW1-3
Polariteit
Instelbaar
WT
WT-ingang
Ingeschakeld
D/N
D/N-ingang
Ingeschakeld
Standaard
∞
Off (Uit): LED uit
Off (Uit): Extern uit*
Off (Uit): Negatieve
polariteit*
1 aan, 2 uit: 6 m
1 uit, 2 uit: 4 m
9 m
12 m
Fabrieksinstelling
(3) Looptest
(4) Dag/nacht
SW1-5 (Extern uit)
Alleen positief
Uitgeschakeld
Uitgeschakeld
27 / 40