Leroy-Somer VARMECA 10 Instrucciones De Uso página 142

LEROY-SOMER
Motoren en motorreductoren met regelbare snelheid
Boodschap
IJkwaarde max. IJking van het max. stuursignaal
stuursignaal 10 V of 20 mA
IJkwaarde min. IJking van het min. stuursignaal
stuursignaal 0 V of 4 mA
Uitloopwijze selectie van de uitloopwijze
selectie van de spanning/frequentie-wet
Auto U / F
(1)
schakel-F schakelfrequentie
selectie van de configuratie van de klemmenstrook
Configuratie
klemmenstrook
vooraf ingestelde snelheid 1 in de configuratie optie 1 en
VP1 optie 1-4
optie 4
vooraf ingestelde snelheid 2 in de configuratie optie 1 en
VP2 optie 1-4
optie 4 of vooraf ingestelde snelheid 1 in de configuratie
VP1 optie 2
optie 2
VP2 optie 2 vooraf ingestelde snelheid 2 in de configuratie optie 2
VP3 optie 2 vooraf ingestelde snelheid 3 in de configuratie optie 2
selectie van de functie van aansluitpunt 3
Functie van
aansluitpunt 3
PI : K proportioneel Proportionele versterking van de PI-kring
PI : K integraal Integrale versterking van de PI-kring
validatie van stilstand door stuursignaal
Stilstand door
stuursignaal
(1) : raadpleeg de tekening onderaan de tabel voor de spanning/frequentie-wet
140
HANDLEIDING IN VERBAND MET PARAMETERINSTELLING
VARMECA 10
INDIENSTNAME VAN DE PC-SOFTWARE PEGASE VMA 10
Omschrijving
NEE = vaste U / F
de spanning U mot zal worden toegepast wanneer de
n
frequentie F mot is.
n
JA = dynamische U / F
de spanning past zich automatisch aan aan de
belasting van de motor
optie 1 = 2 draairichtingen, 2 vooraf ingestelde
snelheden
optie 2 = 1 draairichting, 3 vooraf ingestelde
snelheden + stuursignaal
optie 3 = correctie van een extern stuursignaal via de
regelknop op het toestel
optie 4 = 2 vooraf ingestelde snelheden evenredig
met het stuursignaal
snelheidsoutput = analoge output van de frequentie
0 - +10 V
0 V = stop
+10 V = max. frequentie
PI-input = analoge input 0 tot +10 V voor de PI-kring
JA = wanneer het stuursignaal lager is dan de
minimum-frequentie, dan wordt de motor gestopt
NEE = wanneer het stuursignaal lager is dan de
minimum-frequentie dan draait de motor met de
minimum-frequentie
Ref. 3264 - 4.33/b -1.00
Regelbereik,
toename per Fabrieksafstelling
eenheid
32 tot 220 Hz 50 of 80 Hz
0 tot 30 Hz
volgens uitloopduur
volgens uitloopduur
of vrije uitloop
NEE van 0,25 tot
JA of NEE
JA van 1,5 tot 7,5
11 kHz van
0,25 tot 2,2 kW
4, 6 , 8, 11 kHz
8 kHz van 3 tot 4
standaard, optie 1,
optie 2, optie 3, optie
4
0 tot 220 Hz
0 tot 220 Hz
0 tot 220 Hz
0 tot 220 Hz
snelheidsoutput
of snelheidsoutput
PI-input
1 tot 100
1 tot 100
JA, NEE
12 Hz
1,1 kW
kW
kW
standaard
50 Hz
60
40 Hz
70 Hz
10
10
NEE