Voedingsspanning en netfrequentie
moeten overeenstemmen met de
specificaties op het typeplaatje aan de
onderkant van het oplaadapparaat of de
specificaties in het hoofdstuk ´Technische
gegevens´ (
19.).
Oplaadapparaat niet openen.
Na gebruik netstekker lostrekken en
oplaadapparaat buiten het bereik van
kinderen bewaren.
Oplaadapparaat tegen natheid
en vocht beschermen.
Laadapparaat alleen in
afgesloten en droge ruimtes
gebruiken en opslaan.
Oplaadapparaat uitsluitend bij
temperaturen van +5°C tot +40°C
gebruiken.
Oplaadapparaat niet afdekken, opdat het
onbelemmerd kan afkoelen.
Geen voorwerpen in de ventilatiesleuven
van het oplaadapparaat steken – kans op
stroomstoten en kortsluiting!
Contacten van het oplaadapparaat nooit
tegen metalen voorwerpen (b. v. spijkers,
munten, sieraden) houden (kortsluiten) –
kans op kortsluiting!
Oplaadapparaat nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (b. v. papier,
stof) of in een licht ontvlambare omgeving
gebruiken – brandgevaar!
Oplaadapparaat nooit in een mogelijk
explosieve omgeving gebruiken, d.w.z. in
een omgeving met brandbare vloeistoffen
(dampen), gassen of stoffen.
Oplaadapparaten kunnen vonken afgeven
die het stof of de dampen kunnen doen
ontvlammen – explosie- en
brandgevaar!
0478 131 9922 C - NL
Trek bij rookontwikkeling of brand in het
oplaadapparaat de netstekker onmiddellijk
uit de contactdoos.
Opgelet! Gevaar voor
stroomstoten! Voor de
elektrische veiligheid zijn de
netstekker en de aansluitkabel
bijzonder belangrijk. Het oplaadapparaat
mag met een beschadigde aansluitkabel
niet worden gebruikt om gevaar voor
elektrische schokken te voorkomen.
Controleer de aansluitkabel daarom
regelmatig op beschadigingen of slijtage
(barsten).
Sluit het oplaadapparaat alleen op een
conform de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact aan. De voeding moet
beveiligd zijn door een
foutstroombeveiliging met een
afschakelstroom van maximaal 30 mA.
Verricht geen reparaties aan het
oplaadapparaat, met name niet aan de
aansluitkabel en aan de netstekker. Laat
een beschadigde aansluitkabel door een
elektromonteur vervangen.
Ontkoppel het oplaadapparaat van het
elektriciteitsnet altijd door aan de
netstekker en niet aan de aansluitkabel te
trekken.
Plaats en markeer de aansluitkabel
zodanig dat de kabel niet beschadigd raakt
en dat niemand in gevaar kan worden
gebracht – kans op struikelen vermijden.
Aansluitkabel niet oneigenlijk gebruiken,
b.v. voor het dragen of ophangen van het
oplaadapparaat.
4.4 Kleding en uitrusting
Draag tijdens werkzaamheden
altijd stevige schoenen met grip.
Werk nooit op blote voeten of
bijvoorbeeld op sandalen.
Bij onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden en
tijdens het vervoer van de
machine ook telkens stevige
handschoenen dragen en lang haar
samenbinden en bedekken (hoofddoek,
muts enz.).
Bij het slijpen van het maaimes
moet altijd een geschikte
veiligheidsbril worden
gedragen.
De machine mag alleen met een lange
broek en nauwe kleding aan in gebruik
worden genomen.
Draag nooit losse kledingstukken die aan
draaiende onderdelen (bedieningshendel)
kunnen blijven hangen – ook geen
sieraden, geen stropdassen en geen
sjaals.
4.5 Transport van het apparaat
Werk uitsluitend met handschoenen aan
om letsel door scherpe randen en hete
onderdelen van het apparaat te
voorkomen.
Schakel het apparaat voor het
transport uit, laat het mes tot
stilstand komen en trek de
veiligheidsstekker eruit.
Transporteer het apparaat uitsluitend met
afgekoelde elektromotor.
83