4.2 Aankoppelbok aanpassen in de
dwarsrichting en tot het midden van
de
trekker,
gelijktijdig
afstellen van de hefinrichting
De beperkte uitslag van de maaibalk en de
middenophanging verzekeren een optimale
bodemaanpassing.
Maximale bodemaanpassingshoek 15º.
De beperkte uitslag geeft de aandrijvingen
een langere levensduur.
Voor u begint te maaien, controleert u
of de maaibalk in de middenpositie is,
om te voorkomen dat de maaibalk bij
een opwaartse beweging tegen de
aanslag komt en wil doordrukken.
(materiaalschade!).
Afbeelding 24
1
Maaier in de middelste stand afstellen:
De maaier moet zich in een goede
bedrijfstoestand bevinden.
Controleer of de aftakas (1) zich in de
horizontale stand bevindt. Hef de maaier
met de hydraulische driepunts-hefinrichting
op.
Stel de pijl (2) af op de plaats waar de
zuigerstang de rand van de cilinder van de
hydraulische cilinder (3) raakt.
met
het
Figura 24
4.2 Adaptación de la barra de corte a
inclinación
transversal
posición intermedia con altura de
enganche
Una flexibilidad limitada en el soporte de la
barra y el enganche tipo pendular, garantizan
una óptima adaptación al terreno.
El ángulo máximo de adaptación al terreno
es de 15º.
Un
ángulo
de
garantiza una larga duración de los
engranajes.
Antes de comenzar a segar, compruebe
la posición intermedia a fin de prevenir
sobrecargas en la barra de corte cuando
esté inclinada hacia arriba (riesgo de
daños materiales!).
Afbeelding 25 Figura 25
2
Para situar la segadora en la posición
intermedia:
La segadora debe estar en posición de
trabajo.
Verificar que el cardan (1) está en posición
horizontal. Levantar o bajar la segadora con
el enganche a tres puntos para anular la
declinación.
Colocar la flecha (2) de tal manera que
señale el borde del cilindro de la botella
hidráulica (3).
y
ajuste
adaptación
limitado
3
235