Storingen
Storing
Niet functionerende machine kan
niet ingeschakeld worden
Borsteleenheid of zuigeenheid kan
niet worden uitgeschakeld
Borstel draait niet
Slechte zuigkrachtVloer blijft natVuil
water wordt niet
opgezogen
Zuigeenheid wordt uitgeschakeld
Onvoldoende toevoer reinigingsop-
lossing
Mogelijke oorzaak
Machine is uitgeschakeld
Accustekker niet aangesloten
Hoofdzekering is defect
Batterijen zijn leeg of batterijlader
defect
Batterijen defect
Storing in de elektronica of het be-
dieningspaneel
Borstelaandrijving is uitgeschakeld
Hoofdzekering is defect
Motor draait, maar de borsteleen-
heid niet
Zuigeenheid is niet ingeschakeld
Zuigslang is niet aangesloten
Zuigmond raakt de bodem niet
Lamellen zijn versleten
Slang of sproeier is verstopt (bijvoor-
beeld stukjes hout, stofresten)
Zuigfilter is verstopt
Vuilwatertank is vol
Vuilwatertank is vuil
Tank voor reinigingsoplossing is
leeg
Reinigingsoplossing te laag inge-
steld
Knop reinigingsoplossing is uitge-
schakeld
Oplossing
• Draai de sleutel
• Sluit de accustekker aan op de
machine
• Controleer/vervang zekering
• Neem contact op met uw service-
partner
• Batterij opladen
• Neem contact op met uw service-
partner
• Neem contact op met uw service-
partner
• Neem contact op met uw service-
partner
• Druk op de knop Borstel
• Vervang de zekering
• Aandrijfriem is gescheurd
• Neem contact op met uw service-
partner
• Druk op de knop voor de zuigeen-
heid
• Bevestig de zuigslang
• Controleer de ophanging van de
zuigmond op een juiste werking
• Verwissel de lamellen
• Verwijder vreemde voorwerpen
• Verwijder vreemde voorwerpen
• Leeg de vuilwatertank
• Controleer de werking van de bat-
terij
• Controleer de zekeringen
• Controleer en reinig indien nodig.
• Controleer de tank met reinigings-
oplossing
• Stel de hoeveelheid reinigingsop-
lossing in
• Druk op de knop voor de reini-
gingsoplossing
Pagina
212
212
215
212
212
212
215
215
220
212
218
218
217
212
212
221