niet schoonmaken of onderhouden.
• Het apparaat warmt op tijdens het gebruik en
blijft lang heet nadat het is uitgeschakeld. Houd
kinderen uit de buurt van het apparaat totdat het
is afgekoeld en er geen gevaar meer is voor ver-
branding.
• Een beschadigd apparaat kan gevaarlijk zijn. Con-
troleer het apparaat voor de installatie op zicht-
bare sporen van schade. Het is verboden om een
beschadigd apparaat te gebruiken.
• De elektrische veiligheid van dit apparaat kan al-
leen worden gegarandeerd als het op de juiste
wijze is geaard. Het is van het grootste belang
om aan deze basisveiligheidseis te voldoen en de
aarding regelmatig te testen. In geval van twijfel
moet een gekwalificeerde elektricien uw elektri-
sche installatie controleren.
• Sluit het apparaat niet aan op het elektriciteitsnet
met behulp van een meervoudige stekkerdoos of
verlengsnoer. Zij kunnen de vereiste veiligheid
van het apparaat (bijv. gevaar voor oververhit-
ting) niet garanderen.
• Om veiligheidsredenen mag het apparaat alleen
worden gebruikt als het is ingebouwd. Het appa-
raat mag niet mobiel worden gebruikt (bijv. op
een schip).
• Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden moet het apparaat zijn losgekoppeld
van het elektriciteitsnet. Zorg ervoor dat de voe-
ding niet is aangesloten op het apparaat voordat
het is geïnstalleerd of voordat alle onderhouds-
of reparatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd.
• Op plaatsen die bloot kunnen staan aan plagen,
moet u letten op kakkerlakken of ander onge-
dierte. Zorg er met name voor dat u het apparaat
doorlopend onderhoudt en de directe omgeving
ervan schoonhoudt. Schade die wordt veroor-
zaakt door kakkerlakken of ander ongedierte valt
- 128 -