Focus 500
2. Membraan met pen vooruit in het klepdeksel zetten (zie
daarvoor ook de markering op het pistoollichaam.).
3. Pistoollichaam ondersteboven zetten en klepdeksel van
onder aanschroeven.
4. Steek de ventilatieslang op het ventieldeksel en op de
nippel op het pistoollichaam.
14
VERHELPEN VAN STORINGEN
STORING
Apparaat loopt niet aan
Er komt geen materiaal uit de
spuitkop
Materiaal druppelt na uit de
spuitkop
Te grove verstuiving
Spuitstraal pulseert
Materiaal loopt op het object
naar beneden
OORZAAK
•
Geen netspanning aanwezig
•
Spuitkop verstopt
•
Te geringe materiaalhoeveelheid
ingesteld
•
Reservoirdichting beschadigd
•
Geen drukopbouw in het reservoir
•
Reservoir leeg
•
Luchttoevoerslang los/beschadigd
•
Stijgbuis los
•
Stijgbuis / stijgbuisfilter verstopt
•
Ontluchtingsboring verstopt
•
Membraan vastgeplakt
•
Membraan zit omgekeerd
•
Luchtkap, mondstuk of naald vervuild
•
Spuitopzet verkeerd gemonteerd
•
Spuitkop los
•
Spuitkopafdichting ontbreekt of is
versleten
•
Spuitkop versleten
•
Naald versleten
•
Materiaalhoeveelheid te hoog
•
Spuitkop vuil
•
Materiaal te dikvloeibaar
•
Te lage drukopbouw in het reservoir
•
Luchtfilter sterk vervuild
•
Te geringe luchthoeveelheid
•
Luchtslang beschadigd
•
Materiaal in het reservoir is bijna vop
•
Spuitkopafdichting ontbreekt of is
versleten
•
Luchtfilter sterk vervuild
•
Stijgbuis los
•
Stijgbuis / stijgbuisfilter verstopt
•
Teveel materiaal opgebracht
•
Te geringe afstand
•
Verkeerde spuitopzet
VERHELPEN VAN STORINGEN
OPLOSSING
•
Controleren
•
Reinigen
•
Hoeveelheid verhogen
•
Vervangen
•
Reservoir vastdraaien
•
Bijvullen
•
Insteken of vervangen
•
Insteken
•
Reinigen resp. ander filter gebruiken
•
Reinigen
•
Demonteren en reinigen (zie paragraaf 13.2)
•
Membraan correct plaatsen (zie paragraaf 13.2)
•
Reinigen
•
Correct monteren (zie paragraaf 12.1)
•
Wartel vastdraaien
•
In takt zijnde spuitkopafdichting plaatsen
•
Vervangen
•
Nieuwe spuitopzet gebruiken
•
Hoeveelheid verlagen
•
Reinigen
•
Verder verdunnen
•
Reservoir vastdraaien
•
Vervangen (zie paragraaf 13.1)
•
Hoeveelheid verhogen
•
Controleren en indien nodig vervangen
•
Bijvullen
•
In takt zijnde spuitkopafdichting plaatsen
•
Vervangen (zie paragraaf 13.1)
•
Insteken
•
Reinigen resp. ander filter gebruiken
•
Hoeveelheid verlagen
•
Afstand vergroten
•
Andere spuitopzet gebruiken
NL
47