ZETA 60
ZETA 100
Besturingsknop
De machine heeft een besturingsknop
die wordt gebruikt om de snijstroom in
te stellen.
20-60A voor ZETA 60,
20-100A voor ZETA100
Plasmaboogindicator
De plasmaboogindicator brandt om
veiligheidsredenen en om aan te geven wanneer
er spanning staat op de uitgangstap van de toorts.
Indicator voor oververhitting
De indicator voor oververhitting licht op
wanneer het snijden wordt onderbroken door over-
verhitting van de machine.
Voedingsfoutsindicator
De voedingsfoutsindicator licht op
wanneer de spanning 15% lager of hoger is dan de
vereiste spanning.
Luchtdrukindicator
De luchtdrukindicator brandt wanneer de
luchtdruk lager is dan 3 bar. De machine stopt.
Toortsalarm
ROOD licht KNIPPERT. één geval van
kortsluiting in de toorts (toorts beschadigd of slecht
gemonteerde elektrische onderdelen, zoals
elektrode, punt, enz.). Generator gestopt.
ROOD licht BRANDT: kop van toorts is niet
volledig gemonteerd. Zo wordt de operator
gewezen op het gevaar voor elektrische schokken
door blootliggende elektrische onderdelen waar
hoge spanning op staat. Generator gestopt.
BESTURINGSUNIT
PLS (ZETA 100)
De tekst wordt weergegeven bij kortsluiting in de
plasmatoorts.
LO.P (ZETA 100)
De tekst wordt weergegeven als de luchtdruk van de
luchtaanvoer te laag is.
HI.P (ZETA 100)
De tekst wordt weergegeven als de luchtdruk van de
luchtaanvoer te hoog is.
Foutsymbolen
De indicator naast het pictogram knippert aan en uit als
er andere typen fouten optreden. Tegelijkertijd wordt er een
foutsymbool in het display weergegeven.
Geselecteerde foutcodes:
(De foutcode kan worden gereset door op het
drukken.)
Fout netvoeding
Het pictogram wordt weergegeven als de aansluitspanning
te hoog is. E04-01 wordt weergegeven als de
aansluitspanning te laag is.
Sluit de lasmachine aan op 400V AC, +/-15% 50-60 Hz.
ANDERE TYPEN FOUTEN
Als er andere foutsymbolen worden weergegeven, moet de machine
worden uit- en ingeschakeld om het symbool te annuleren.
Als het foutsymbool herhaaldelijk wordt weergegeven, moet de
stroombron worden gerepareerd.
Snijstand
Normaal snijden
Deze functie moet over het algemeen worden gebruikt.
"Rastersnijden"
Deze functie moet alleen onder bijzondere omstandigheden
worden gebruikt, omdat hierbij de verbruiksonderdelen van
de toorts sneller slijten en het snijden langzamer gaat.
Gutsen (ZETA 100)
Deze functie wordt gebruikt in combinatie met een speciaal
mondstuk waarmee de plasmaboog het gesmolten materiaal
kan wegblazen, zodat er een guts ontstaat. Tijdens het gutsen moet
de toorts in een hoek van 45° worden gehouden ten opzichte van het
werkstuk en moet de operator de toorts zodanig richten dat
gesmolten materiaal in een veilige richting wordt weggeblazen.
De druk van de perslucht moet worden afgesteld op 3,5 bar.
(ZETA 100)
Met deze functie kan de boogspanning of de snijstroom
worden weergegeven. Houd het keypad 3 seconden lang
ingedrukt. De LED naast indicator "A" dooft wanneer de
boogspanning wordt weergegeven. Druk nogmaals op het keypad
om terug te keren naar de snijstroom.
Luchtdruktest
Bij een druk op deze knop wordt de gasklep geopend zonder
een boog te starten.
Met deze handeling kan de luchtdruk worden gecontroleerd op de
meter op de achterkant van de machine en kan deze worden
afgesteld op 3,5 bar voor de ZETA 60. Voor de ZETA 100 wordt
4,0 bar aanbevolen voor snijden en 3,5 bar voor gutsen.
Bij de ZETA 100 geeft het display bij een druk op TEST AIR
(TESTLUCHT) de druk van de perslucht weer.
35
-keypad te